voetbalzone

Bosz legt positiewijziging bij Ajax uit: ‘Dat heeft direct met Cruijff te maken’

Jeroen van Poppel09 mei 2020, 21:52
Laatst bijgewerkt: 09 mei 2020, 21:52
Advertentie

Peter Bosz beschouwt Johan Cruijff als een van zijn belangrijkste voorbeelden. De trainer van Bayer Leverkusen probeert elementen uit de filosofie van de legendarische nummer veertien toe te passen in zijn eigen tactische keuzes. Daar komt bijvoorbeeld de positiewijziging die Bosz bij Ajax doorvoerde met Daley Sinkgraven uit voort, zo vertelt de oefenmeester tegenover Voetbal International.

Bosz werkte in het seizoen 2016/17 als trainer van Ajax. Op dat moment stond zijn pupil Sinkgraven te boek als een aanvallend ingestelde middenvelder, maar de coach turnde hem om in een linksback. "Dat Sinkgraven daar terecht is gekomen, heeft direct met Cruijff te maken", zegt Bosz. "Toen ik bij Ajax trainer was, had ik Tonny Bruins Slot als analist. Die heeft me veel verhalen verteld over hun tijd in Barcelona. Tonny bracht mij op het idee Sinkgraven linksback te zetten."

Bruins Slot gaf in zijn Barcelona-periode hetzelfde advies aan Cruijff over toenmalig linksbuiten Sergi. "Cruijff zei na de komst van Hristo Stoichkov: 'Die Sergi moeten we verkopen.' Tonny was het daar niet mee eens. Die was ervan overtuigd dat Sergi vleugelverdediger kon spelen. Cruijff zei: 'Probeer maar in tweede.' Na een paar weken kwam hij vragen hoe het ging. Tonny gaf enthousiast zijn analyse: Hij is snel, positioneel goed en in balbezit een meerwaarde."

"'Oké', zei Cruijff. 'Dan stel ik hem over twee dagen op die positie op tegen Galatasaray.' Daar is Sergi nooit meer weggegaan. Hij heeft bijna zestig interlands gespeeld op die plek. Vanwege dat verhaal zijn we dat toen ook met Sinkgraven gaan proberen." In de zomer van 2019 kwam Sinkgraven overigens op voorspraak van Bosz voor vijf miljoen euro over naar Leverkusen, om opnieuw met de trainer te gaan werken.

Een van de tactische argumenten om aanvallend ingestelde spelers achterin te zetten, is voor Bosz om op balbezit te kunnen spelen. "Als jij de bal hebt, dan kan de tegenstander niet scoren. Dat klinkt heel simpel, maar daar geloof ik in. Stel goede voetballers op. Die zullen minder vaak de bal verspelen. De keren dat ze dat toch doen, moet je dat als trainer organiseren. Dat noem ik restverdediging. Daar ben ik de meeste tijd in mijn trainingen aan kwijt. Dat het elftal goed staat als je toch een keer een bal verspeelt."