Bosz: ‘Anders moet ik niet in Nederland werken, het is niet anders’
Vitesse koppelde goed voetbal vorig seizoen zeker na de winterstop aan uitstekende prestaties en slaagde er uiteindelijk zelfs in om een Europees ticket te bemachtigen. De Arnhemmers werden echter wel min of meer slachtoffer van hun eigen succes, want Jan-Arie van der Heijden, Marko Vejinovic, Davy Pröpper en Bertrand Traoré hielden een fraaie overstap aan de goede jaargang over.
Die vier bezetten allen een belangrijke positie in het elftal van trainer Peter Bosz, die nu nieuwe spelers moet inpassen. De coach kan weinig anders doen dan zich daarbij neerleggen. “Frustrerend vind ik het niet, anders moet ik niet in Nederland werken. Het is niet anders”, geeft Bosz aan in gesprek met de NOS. “In Nederland en zeker ook bij Vitesse betalen we geen transfersommen en niet de salarissen die in andere competities worden betaald.”
Daar staat tegenover dat de Arnhemse club een samenwerkingsverband heeft met Chelsea en dat er regelmatig talenten vanuit Londen bij Vitesse worden gestald; Traoré keerde terug naar de Engels kampioen, maar Isaiah Brown, Lewis Baker en Nathan meldden zich bij Bosz. “Jonge jongens die aan het begin van waarschijnlijk een heel mooie loopbaan staan en die voor het eerst in een competitie echt 34 wedstrijden moeten gaan spelen. Die ervaring krijgen ze bij ons.”