voetbalzone

Blonde voetbalnomade beslist titelstrijd: ‘Overal roepen ze mijn naam’

Gijs Freriks25 jun 2017, 21:45
Laatst bijgewerkt: 25 jun 2017, 21:45
Advertentie

ABIDJAN - ASEC Mimosas heeft er zeven jaar op moeten wachten, maar zondag werd dan eindelijk de 25e landstitel in de wacht gesleept en daarmee zijn les Mimos ook recordhouder in Ivoorkust. Het winnende doelpunt in de kampioenswedstrijd werd gemaakt door Aristide Bancé. De blonde globetrotter speelt alweer voor zijn negentiende club in zeventien jaar, verdeeld over elf landen.

Door Gijs Freriks

Yanga
De supporters in het Stade Félix Houphouët-Boigny moesten enig geduld opbrengen voordat zij feest konden vieren, want de beslissing in het kampioensduel met directe concurrent WAC de Williamsville (1-0) viel pas tien minuten voor tijd. Er stond veel spanning op de wedstrijd en op de spelers, maar Bancé vertoonde stalen zenuwen toen hij na een handsbal mocht aanleggen vanaf elf meter en het leer welhaast dwars door het net schoot. Met zijn twaalfde van het seizoen stelde de 32-jarige Burkinees het kampioenschap voor ASEC veilig en de laatste wedstrijd tegen Abengourou, van aanstaande maandag, doet er dus niet meer toe.



ASEC hoopt de titel nu jarenlang te prolongeren, maar zal dat waarschijnlijk moeten proberen zonder Bancé. De kampioen van Tanzania, Young Africans SC, wil hem namelijk een contract aanbieden: “We gaan de speler contracteren. We zijn erachter gekomen dat het salaris dat hij bij Mimosas verdient, niet eens gelijk staat aan het salaris dat wij onze grootverdiener Donald Ngoma uit Zimbabwe betalen”, zei een official van Yanga. Die club wordt overigens getraind door de Nederlander Hans van der Pluijm. De geruchten over een transfer van Bancé naar de Young Africans deden in februari ook al de ronde.

Bancé zei toen: “Het is leuk om ergens genoemd te worden, maar ik heb momenteel een contract bij ASEC en respecteer de club. De trainers en directeuren hebben vertrouwen in mij. Op dit moment blijf ik speler van ASEC”, vertelde de aanvalsleider aan Sport-Ivoire. Als hij naar Yanga vertrekt, dan wordt dat alweer de twintigste club in zijn loopbaan. De 1 meter 93 lange spits is in Europa vooral bekend van één topseizoen bij Lokeren, in 2005/06, en van zijn tijd bij FSV Mainz. Bij alle overige clubs maakte hij nooit meer dan tien doelpunten in één seizoen, tot dit voetbaljaar dus bij ASEC Mimosas.

Burgeroorlog
Wat de houterige doch fysiek- en kopsterke Bancé buiten zijn treffers om misschien wel het meeste heeft doen opvallen, is zijn geblondeerde haar. Die looks koos hij niet zomaar, legde hij eens uit in een interview met l’Équipe: “Djibril Cissé is mijn idool. Hij heeft stijl en maakt veel doelpunten. Hij is vaak bekritiseerd, maar hij is een geweldige speler en ik blijf hem volgen. Ik wilde zijn zoals hij en dus kleurde ik mijn haar. Veel mensen vonden het mooi en dus heb ik het laten staan. Nu herkent iedereen me. Of ik nu in Angola, Botswana of in Senegal ben, overal roepen ze mijn naam. Dat doet deugd, ik ben gelukkig.”

voetbalzone

Bancé heeft Burkinese ouders en speelt ook voor die nationale ploeg, maar groeide op in Abidjan, waar hij nu dus weer voetbalt. Na een mislukte coup en muiterij van het leger volgde in de beginjaren van deze eeuw een burgeroorlog tussen de regeringstroepen uit het christelijke zuiden van Ivoorkust en diverse rebellengroepen uit het islamitische noorden, wat de ouders van Bancé bewoog om te vertrekken. Vader ging in Abidjan radio’s en televisies verkopen en moeder Bancé diende op in een restaurant.

“Zelf ben ik nooit bedreigd, maar ik zag jonge gastjes voor mijn ogen doodschieten”, zei Bancé in 2006 in een interview met Het Nieuwsblad. “’s Nachts werd ik vaak wakker van de geweerschoten. Iedere dag begon ik met de angst dat het mijn laatste kon zijn. Gelukkig heb ik er geen nachtmerries aan overgehouden, maar ik ben destijds wel voor het geweld gevlucht.” Bancé kwam in 2003 in Europa terecht en maakte 29 doelpunten in 84 wedstrijden voor Lokeren, waarna hij werd verkocht aan Metallurg Donetsk. Hij kon daar niet aarden en begon aan een odyssee langs vele clubs, die hem uiteindelijk tot ASEC leidde.

MimoSifcom
Bancé kon zijn contract bij Riga in Letland verlengen, maar koos met het oog op deelname aan de Afrika Cup in Gabon voor een terugkeer naar zijn continent. “Ik besloot om terug te keren, ‘naar huis’ zoals ze dat zeggen. Het was een sportieve afweging. ASEC is een geweldige Afrikaanse club. Een club die iedereen kent, met een uitstekende infrastructuur en een professionele organisatie. ASEC heeft karaktertrekken van profclubs in Europa”, zei Bancé onlangs. “Mijn terugkeer kan ook symbolisch worden gezien. Ik wil Afrikaanse voetballers er bewust van maken dat het mogelijk is om terug te keren naar Afrika.”

voetbalzone

“Spelers die in Europa of in de Maghreb spelen en daar weinig succes hebben, zouden terug kunnen keren naar hun land om hun carrière bij hun oorspronkelijke club weer te lanceren. Ik ben ervan overtuigd dat dit goed kan werken. Mijn transfer is ook een antwoord geweest op degenen die niet in mij geloofden, die zeiden dat mijn terugkeer naar Ivoorkust een voorbode was op het einde van mijn carrière. Ik ben in mijzelf blijven geloven en ben hard blijven werken. Ik heb op het voetbalveld antwoord gegeven”, aldus de 56-voudig international, die deelname aan de Afrika Cup afdwong en op dat toernooi twee keer scoorde.

Bancé was dit seizoen in clubverband een van de belangrijkste en tevens een van de oudste spelers van ASEC, want de geelhemden werken al jaren voornamelijk met (jonge) zelfopgeleide spelers en dat was in het huidige voetbaljaar niet anders. Zo zijn grote namen als Bonaventure Kalou, Didier Zokora, Emmanuel Eboué, Gervinho, Salomon Kalou, Romaric, Boubacar Barry, Didier Ya Konan, Kolo en Yaya Touré allemaal afkomstig uit de Académie MimoSifcom, de voetbalschool van ASEC, en maakten dit seizoen talenten als Mohamed Aïdara, Jean-Morel Poé en Hervé Koffi indruk bij de kersverse kampioen.

MimoSifcom werd in 1993 door Jean-Marc Guillou opgezet in opdracht van ASEC-voorzitter Roger Ouégnin en met steun van Sifcom, een van de grootste commerciële holdings in Afrika die handelt in suiker, koffie, auto’s, telecommunicatie en zo meer. Het idee was dat de beste spelers uit de voetbalschool zouden doorstromen naar ASEC om vervolgens verkocht te worden aan Europese clubs. Zo kwam Didier Zokora bij Racing Genk terecht en werd Aruna Dindane verkocht aan Anderlecht. De zaak liep gesmeerd, zou je zeggen, maar de twee bazen kregen al gauw mot met elkaar. Volgens Guillou had Ouégnin namelijk zijn deel van de transfersommen van Zokora en Dindane achtergehouden.

voetbalzone

Arsenal
Guillou ging op zoek naar een nieuwe vitrine voor zijn Afrikaanse producten, eentje waar Ouégnin niet bij kon komen, en nam in 2001 voor anderhalf miljoen euro KSK Beveren over onder de vennootschap NV Goal. Guillou was echter een stroman, zo wisten de BBC en freelancejournalist Raf Sauviller te melden. De werkelijke geldschieter was volgens hen Arsenal en op vertrouwelijke documenten zouden de handtekeningen van vicevoorzitter David Dein en manager Arsène Wenger, een van de beste vrienden van Guillou, zijn aangetroffen. Arsenal riskeerde daarmee een straf gaande van een boete tot een schorsing, maar de club ontkende enige betrokkenheid en ook de FIFA vond geen bewijzen.

Het sprookje van ‘FC Ivoorkust’ kwam relatief snel ten einde. De Ivorianen die naar het Freethielstadion kwamen, waren steeds minder goed dan hun voorgangers en zo namen de prestaties af. Guillou werd ontslagen, Beveren degradeerde en fuseerde in 2010 met KFC Red Star Haasdonk tot Waasland-Beveren. En toeval of niet: ook met ASEC Mimosas, de gewezen opleider voor Beveren en dus ook voor Arsenal, ging het steeds meer bergafwaarts. De club eindigde na de laatste titel in 2010 als zesde, derde, tweede, derde, tweede en zesde en kreeg te maken met financiële problemen.

voetbalzone

Bakari Koné
Zo had ASEC Mimosas vorig seizoen een gat in de begroting van 138.000 euro en bedraagt dat gat voor het huidige voetbaljaar ruim 150.000 euro. De man die dat moet oplossen, is voorzitter Roger Ouégnin. De advocaat zwaait sinds 1989 de scepter over ASEC en werd in augustus herkozen. “Ik ben nog lang niet moe. Ik zou graag willen beweren dat ik nog vijftig jaar meekan, maar niemand is onsterfelijk. Als ik de club verlaat, dan draag ik de boel netjes over”, zei Ouégnin, wiens termijn pas eind 2021 ophoudt. Hij zal het nu zonder oud-middenvelder- en oud-international Guillou moeten rooien, maar op diens plaats zit nu een andere oude bekende: Bakari Koné.

De 35-jarige Ivoriaan speelde als rechtsbuiten voor clubs als OGC Nice en Olympique Marseille en keerde in november als sportief adviseur van Ouégnin terug bij ASEC. “ASEC is geen gewone ploeg. Dit is een geweldige club, een instituut, een identiteit die miljoenen Ivorianen met elkaar verbindt. Ik begrijp dat de supporters teleurgesteld zijn omdat we al jaren niets meer hebben gewonnen, maar ik vraag hen om achter de club te blijven staan. We moeten een eenheid uitstralen. Spelers en trainers mogen soms teleurgesteld zijn, maar supporters moeten zich nooit laten ontmoedigen. Ze moeten energie blijven geven.”

“Het is mijn taak als sportief adviseur om mijn visie te geven op het voetballende gedeelte. Ik moet helpen sponsoren binnenhalen en moet de jonge spelers op de voetbalschool adviseren. We moeten er met z’n allen voor zorgen dat de titel terugkomt naar ASEC”, zei Koné in november. Ruim een half jaar later heeft de 42-voudig international dus zijn zin gekregen en het valt niet eens uit te sluiten dat Koné zelf nog eens in actie komt voor ASEC: “Ik heb nog altijd de ziel van een voetballer. Ik behoud de passie en het verlangen om te spelen. Als de trainer mij nodig heeft, dan zal ik mij beschikbaar stellen”, vertelde Baky Koné.