Blind wijst suggestie van de hand: ‘Dat is niet eens door mijn hoofd gegaan’
Ajax bevindt zich in een diepe crisis en ging woensdagavond in De Galgenwaard met 2-0 onderuit tegen FC Utrecht, waardoor de Amsterdammers geëlimineerd werden in de TOTO KNVB Beker. De druk op trainer Erik ten Hag begint langzaam maar zeker toe te nemen, maar Daley Blind stelt in gesprek met Voetbal International dat een vertrek van de oefenmeester nog niet door zijn hoofd is geschoten.
Blind stelt dat het ‘in de groep goed zit’. “Onze manier van spelen is ook ontzettend goed. En laten we niet vergeten wat we wél gepresteerd hebben. Het is heel makkelijk om alles nu heel snel negatief te zien”, zegt de verdediger annex middenvelder. Hij wijst op de blessures van vijf tot zes basisspelers. “Ik denk dat geen enkel team ter wereld dat kan opvangen. Nog steeds is het geen excuus, want we hebben een grote selectie. Maar het speelt wel mee. Veel jongens moesten terugkomen en er gelijk staan.”
“Soms heb je tijd nodig om fit te worden, ik ook. Dit was mijn vijfde wedstrijd in dertien dagen. Maar de trainer ter discussie; dat is niet eens door mijn hoofd gegaan”, vervolgt Blind. Voor de camera van FOX Sports beaamt hij dat Ajax ‘in de hoek zit waar de klappen vallen’. “We zijn nog steeds dezelfde groep jongens en we moeten het gewoon met elkaar oppakken. We moeten door en aan de hand van het positiespel in de eerste helft kunnen we ook zeker vooruit kijken. Maar uiteindelijk gaat het om doelpunten en die ga je niet maken door alleen te passen. We moeten zorgen voor een ommekeer, dat beseffen we maar al te goed.”
Blind vindt het lastig om de vinger op de zere plek te leggen. “We komen zeker wel in de aanvallende posities, maar de bal wil er niet in. Misschien moeten we meer het geluk opzoeken en soms wat minder lang breien. Of we moeten juist langer aan de bal blijven en zoeken naar een opening”, aldus Blind, die in Utrecht weer op het middenveld speelde. “Martínez voelde zich de laatste tijd prettig als centrale verdediger en de trainer wilde, denk ik, ook wat meer vastigheid. Voor mij maakt het niet uit op welke positie ik speel. Ik probeer de ballen tussen de linies te spelen in de hoop dat we daarna verder kunnen voetballen.”