Blijdschap na aanblijven Arne Slot: ‘Of ik zelf blijf? Ik ga er wel vanuit’
Dávid Hancko is door het Algemeen Dagblad uitgeroepen tot Speler van het Jaar. De verdediger van Feyenoord bleef Xavi Simons in het klassement nipt voor en is blij met zijn uitverkiezing. “Ik was heel constant, zo voelde het ook”, aldus de Slowaaks international.
“Als we de landstitel niet hadden gepakt, dan had deze individuele prijs waarschijnlijk niet zoveel met mij gedaan'', zegt Hancko tegenover het AD. “Maar nu is dat anders. We zijn kampioen en dit toont aan dat ik constant ben geweest. En zo heb ik dat zelf ook ervaren. Ik voelde dat mijn ondergrens dit seizoen hoog lag. Dit was veruit het beste seizoen uit mijn loopbaan.”
De 25-jarige mandekker spreekt vooral zijn dank uit naar de mensen van de medische en performance staf en de technische staf onder leiding van Arne Slot. De centrale verdediger van Feyenoord werd afgelopen zomer voor zes miljoen euro overgenomen van Sparta Praag en groeide in De Kuip direct uit tot een onbetwiste basisspeler. Hij kwam dit seizoen tot 45 officiële duels in het shirt van de Rotterdammers en droeg ook in aanvallend opzicht een steentje bij met 4 goals en 5 assists.
Hancko is blij dat Slot ook komend seizoen nog trainer van Feyenoord is. “Na zo'n mooi seizoen weet je dat er interesse komt voor spelers en ook voor onze trainer. Ik ben blij dat hij gewoon blijft. We kunnen verder bouwen op wat nu is neergezet. Of ik zelf blijf? In voetbal weet je het nooit, maar ik ga er wel vanuit.” De verdediger kijkt ernaar uit om na de zomer met Feyenoord in de Champions League actief te zijn. “Ik ben heel blij dat mijn eerste jaar in de Eredivisie zo goed is verlopen. Dit was de juiste stap en nu wil ik meer.”
Hancko durft eerlijk te zeggen dat hij ook ‘een beetje verdrietig is’ dat zijn eerste jaargang bij Feyenoord voorbij is. “Dit was zo’n mooi seizoen. We zaten in een flow van wedstrijd naar wedstrijd en we bleven maar winnen. Oké, tegen Vitesse dan niet. Maar dat gevoel van met dit elftal zó goed voorbereid aan wedstrijden beginnen, dat is heerlijk. Straks tel ik af tot we weer mogen beginnen.”