Bezorgdheid in Engeland bij overwinning van Man City

Manchester City heeft gedaan wat het moest doen in de Premier League. Als de ploeg van manager Manuel Pellegrini de resterende competitiewedstrijden wint is het kampioen en de horde Southampton werd, ondanks de uiteindelijk ruime score, met behoorlijk wat moeite genomen: 4-1. De ogen waren vooral gericht op Southampton-aanvaller Jay Rodriguez, die het veld verliet met een op het oog zware knieblessure. Rodriguez was een belangrijke kandidaat voor een plek in de WK-selectie van bondscoach Roy Hodgson, maar lijkt zijn voetbaldroom te kunnen vergeten.

Het was een bewogen eerste helft in het Etihad Stadium. Na 45 minuten stond er 3-1 op het scorebord en dat was zeker niet terecht, want Souhampton was de betere ploeg in de eerste helft. Wat het voor het team van manager Mauricio Pochettino extra vervelend maakte was de op het oog zware knieblessure van Rodriguez. De aanvaller kwam bij een aanname verkeerd terecht, overstrekte zijn knie en ging met een van pijn vertrokken gezicht naar de kant. Het zorgde voor een bezorgde blik bij bondscoach Hodgson, aandachtig toeschouwer in het Etihad. Rodriguez leek vrijwel zeker van een plek in de WK-selectie, maar moet zijn droom nu waarschijnlijk laten varen.

Om bij het begin te beginnen, Manchester City kwam al na twee minuten op voorsprong. Edin Dzeko ging over het been van José Fonte, de bal ging op de stip en Yaya Touré faalde niet van elf meter. Het lukte the Citizens niet om door te drukken en Southampton, dat al het hele seizoen prima voetbal op de mat legt, nam het initiatief over. Het leidde tot strafschop, even nadat Rodriguez van het veld was gegaan. Jack Cork werd gevloerd en Rickie Lambert ging achter de bal staan. Lambert heeft een vlekkeloze reputatie op het gebied van strafschoppen (hij nam er voorafgaand aan het duel 33 in zijn carrière en scoorde 33 keer) en de spits miste niet.

Southampton ging op jacht naar een tweede doelpunt, maar in de (door de blessure van Rodriguez lange) blessuretijd van de eerste helft toonde Manchester City aan waarom het gezien wordt als topfavoriet voor de landstitel. Na een fantastische aanval via Touré en David Silva prikte Samir Nasri raak, al stond de Fransman buitenspel. Een heerlijke voorzet van Aleksandar Kolarov en een prima kopbal van Dzeko betekende zelfs de 3-1 voor rust.

Na de onderbreking kwam Manchester City niet meer in de problemen, al zal manager Pellegrini het niet fijn hebben gevonden dat zijn elftal de score lange tijd vergat uit te bouwen. Dzeko, in de eerste helft ook nog goed voor een kopbal op de lat, miste een gigantische kans en Touré kreeg de lachers op zijn hand met een slechte fopduik in het strafschopgebied. Ook invaller Álvaro Negredo miste een flinke kans, alvorens collega-invaller Stevan Jovetic wel voor de 4-1 zorgde. De Montenegrijn tikte simpel binnen. Daarna lag het open bij Southampton, maar Negredo miste maar weer eens een grote kans en Touré vond de paal.