voetbalzone

‘Behalve Gregory van der Wiel en ik was iedereen letterlijk internationale top’

Justus Dingemanse10 dec 2017, 17:15
Laatst bijgewerkt: 10 dec 2017, 17:15
Advertentie

Erik Pieters (29) vertrok in de zomer van 2013 naar de Premier League en is inmiddels begonnen aan zijn vijfde seizoen op het hoogste Engelse niveau. Voetbalzone reisde af naar zijn woonplaats Alderley Edge om de achttienvoudig international eens uitgebreid te interviewen over zijn carrière van jong talent van FC Utrecht tot stabiele kracht van Stoke City. Eerder verscheen deel een over zijn tijd bij FC Utrecht en deel twee over PSV. Vandaag vertelt hij over het Nederlands elftal.

In je PSV-tijd mocht je je bij het grote Oranje melden. Hoe was die eerste training?
“Allereerst een grote eer. Ik had veel bij Jong Oranje gespeeld en Olympische Spelen meegemaakt, maar dit was wel even ander koek. Als je kijkt wie er toen allemaal in de bloei van hun carrière waren en bij een topclub speelden: Arjen Robben, Wesley Sneijder, Robin van Persie, Klaas-Jan Huntelaar, Rafael van der Vaart, Mark van Bommel en Nigel de Jong. Gasten die ik alleen van FIFA en Football Manager kende. Man, dan stond ik linksback tegen Van Persie die een zieke klik had met Ibrahim Afellay. Dan kon je aan de bak hoor. Ze waren allemaal heel ontspannen, maar als het erop aan kwam zeiden die jongens: ‘Nu gaan we het doen. Het lachen bij de rondo is voorbij, nu gaan we werken!’ Dat passen en trappen heb ik zelden zo meegemaakt. Die gasten schoten gewoon snoeihard over tien meter en zo’n Dirk Kuyt legt met zijn aanname de bal direct stil. Wereldklasse.”

Een hoop mannetjes bij elkaar ook wel zeker?
“Absoluut. Ik weet nog dat ik als ontgroening baas van de rondo was en moest bepalen wie er in het midden moest. Ik dacht ik ga zelf wel, maar er moest nog iemand bij. Dus ik koos Ron Vlaar als bekende en die riep natuurlijk meteen: ‘Ja, lekker makkelijk!’ Als baas van de rondo moet je alles in de gaten houden en in geval van twijfel de knoop doorhakken. Als je echter niet binnen twee seconden uitsluitsel gaf, riep een Sneijder of Van Persie meteen: ‘Ja, je weet het niet!’ en tegen dat soort jongens ga je als jongeling niet in natuurlijk. Maar ondanks het geouwehoer was iedereen zeer professioneel. Als we een bepaalde aanval oefenden, stopten we niet voordat hij perfect was uitgevoerd. Het hele team bracht de sfeer omhoog, maar ook het niveau.”

Was dat wel een beetje bij te houden voor de jonge Erik Pieters?
“Tja, je kunt twee dingen doen: of je gaat erin mee of je haakt af. Dus je loopt je de pleuris om het moordende tempo bij te houden. Je wordt in het niveau meegezogen of niet meer opgeroepen. Echt, het verschil tussen Jong Oranje, PSV en het Oranje was levensgroot. Van de basiself speelden Gregory van der Wiel en ik nog in Nederland en de rest was letterlijk internationale top. En dan zaten gasten als Eljero Elia en Afellay nog gewoon op de bank ook. In de EK-kwalificatie speelde ik alles tot ik geblesseerd raakte. Dat was geen ramp, maar toen ik opnieuw geblesseerd raakte, kon er een streep door het toernooi. Uiteindelijk was het met nul punten in de poule een vreselijk toernooi voor Oranje, maar toch, je wil daar gewoon bij zijn.”

Waar lag het aan dat Oranje in Polen en Oekraïne niets klaar wist te maken?
“Van Bert van Marwijk heb ik enorm veel geleerd, maar het is nu eenmaal zo dat als je langer doorgaat met een selectie het moeilijker wordt om te blijven prikkelen. Het blijft dezelfde filosofie en hetzelfde verhaal. Dat zorgt voor een houdbaarheidsdatum, anders zou iedere trainer twintig jaar bij een club blijven. De klik en chemie die er is kan langzaam verdwijnen. Neem een Arsène Wenger, die kan het eigenlijk alleen nog maar goed doen door kampioen worden.”

voetbalzone

Hoe kijk je naar het feit dat je zelf geen onderdeel meer uitmaakt van Oranje?
“Na mijn blessure ben ik eigenlijk nooit meer echt serieus opgeroepen. In de tussentijd ben ik echter alleen maar beter geworden, dus ik weet niet waar het precies aan ligt. Ik denk dat de coaches een bepaalde visie hadden waar ik niet inpaste. Ik denk dan wel: luister, ik speel Premier League, wat wil je nog meer? Eerst loop je te vloeken en te tieren dals je er niet bijzit, maar vervolgens raak je er langzaam aan gewend. Je gunt het Nederlands elftal nooit een verlies, maar je staat soms versteld van hoe wedstrijden verloren worden of welke keuzes er gemaakt worden. Daarnaast hebben ze gewoon een hele lastige kwalificatiereeks achter de rug. Onder Dick Advocaat wonnen ze veel, maar onder Danny Blind is het simpelweg niet goed gegaan.”

Op dit moment staat er de vacature van bondscoach open. Wie heeft jouw voorkeur?
“Iemand die me oproept, dat is één. Ik wil graag een kans te laten zien wat ik kan betekenen voor. Op dit moment zijn Ronald Koeman en Frank de Boer de meest logische kandidaten. Ik hoop verder vooral dat Oranje weer de weg omhoog inslaat. Nu denk je nog: kut we hebben het WK niet gered, maar straks bij de loting en het begin van het toernooi slaat die bom pas echt in. Mijn land zit er niet bij en Bosnië, het land van mijn vrouw, ook niet. Ik zal altijd open blijven staan voor Oranje. Het is blijft een enorme eer de kleuren van je land te dragen.”

Je kwam Ronald en Bertina hier weleens tegen in de supermarkt, hoe kijk je naar hun situatie?
“Ja, het ontslag bij Everton kwam natuurlijk snel na pas negen van de 38 duels. Bij Frank de Boer was het nog veel extremer. Het zijn gewoon de wetten van de voetbalwereld, zeker in Engeland nu er steeds meer geld in omgaat. Hoe hoger je eindigt, hoe meer je krijgt en niemand wil degraderen. Als je ziet waarvoor televisierechten worden verkocht, dan weet je dat de druk immens is. Ik snap ook wel dat clubs geen risico willen nemen, maar bij paniek kiezen ze al snel de makkelijke weg. Je kan geen heel elftal op straat gooien, dus lozen ze de trainer. Maar het is toch bizar dat je een trainer met een bepaalde visie haalt en hem slechts drie wedstrijden geeft die te implementeren? Je weet toch wie je aanstelt? Geef een buitenlandse coach even de tijd zijn ideeën uit te voeren.”

Zou je zelf uiteindelijk de ambitie hebben trainer te worden?
“In ieder geval niet als hoofdtrainer of assistent. Mijn vrouw heeft me veel ruimte gegeven mijn carrière op te bouwen en ons leven wordt flink aangepast op mijn sport. Ik train vrijwel dagelijks en ieder weekend is het toch weer Erik Pieters die gaat voetballen. Als ik straks trainer zou worden begint dat riedeltje weer van voor af aan. Erger nog zelfs, want je moet eerder op de club zijn en je kunt doorgaan tot je zeventigste of tachtigste. Ik vind dat ik door alle support die ik dagelijks krijg straks zelf aan de beurt ben me aan te passen. Een paar keer in de week verdedigers trainen of de jeugd helpen is misschien wel aardig en een rol als analist zou ik ook tof vinden. Ik vind het leuk wedstrijden te kijken, heb een sterke eigen visie en ben niet bang om die te delen. Ik maak me ook niet zo druk hoe anderen naar me kijken; mensen hebben toch wel een mening.”