Bayern München legt armzalig Manchester United over de knie
Bayern München heeft in de vriendschappelijke ontmoeting met Manchester United aan het langste eind getrokken. Het team van trainer Niko Kovac boekte in de eigen Allianz Arena een minimale overwinning (1-0) dankzij een kopbal van Javi Martínez. Arjen Robben begon in de basis en bleef negentig minuten staan.
José Mourinho liet Tahith Chong en Timothy Fosu-Mensah op de bank beginnen en na de pauze viel vielen beide Nederlanders in. Vanaf de reservebank zagen zij hoe hun werkgever goed begon, maar de eerste kans was voor Bayern. David de Gea hield Thiago Alcantara van scoren af. Veel meer werd er in de eerste helft niet gecreëerd, al was onder anderen Serge Gnabry wel steevast dreigend.
Kovac bracht voor de tweede helft Jérome Boateng, Leon Goretzka en Robert Lewandowski binnen de lijnen, terwijl Mourinho zich genoodzaakt zag om de geblesseerde Eric Bailly te vervangen door Chris Smalling. Na 59 minuten was het raak: Martínez kopte raak uit een hoekschop van Alcantara. Bayern bleef de bovenliggende partij en was dicht bij de 2-0, maar debutant Leon Goretzka mikte net naast na een voorzet van Rafinha.
Der Rekordmeister was vastberaden om de aanwezige toeschouwers te trakteren op ten minste één extra treffer. Robben leek te scoren, maar hij werd teruggefloten vanwege buitenspel en dus ging dat Nederlandse feestje niet door. Manchester United liet in de tweede helft nauwelijks iets zien in aanvallend opzicht en zal aanmerkelijk beter moeten presteren wanneer men het over vijf dagen opneemt tegen Leicester City.