voetbalzone

'Barça heeft hun tiki-taka gebaseerd op de stijl van Queen's Park'

Chris Meijer09 apr 2018, 21:32
Laatst bijgewerkt: 09 apr 2018, 21:32
Advertentie

GLASGOW - In weinig stadions ter wereld zal het zo galmen als in dat van Queen’s Park FC. De oudste club van Schotland, opgericht in 1867, speelt zijn thuiswedstrijden op Hampden Park, het nationale stadion. Tijdens thuiswedstrijden van the Spiders zijn dit seizoen iedere wedstrijd gemiddeld 709 van de 52.063 stoeltjes bezet. Toch is het stadion een belangrijke levensader voor de club en door de Schotse voetbalbond (SFA) komt deze nu in gevaar.

Door Chris Meijer

Queen’s Park speelde op 31 oktober 1903 zijn eerste wedstrijd op Hampden Park, tegen stadgenoot Celtic. Een kleine drie jaar later, in april 1906, werkte Schotland zijn eerste interland af in het stadion. Maar liefst 102.741 toeschouwers kwamen af op de wedstrijd tegen Engeland. Tot het Maracaña in Rio de Janeiro in 1950 geopend werd, was Hampden Park het grootste stadion ter wereld. Op 17 april trok de interland tussen Schotland en Engeland 149.415 mensen naar Hampden Park, wat nog altijd een Europees record is. Tot de jaren zeventig bleef het stadion bij grote wedstrijden meer dan honderdduizend toeschouwers huisvesten, maar de stadionramp op Ibrox in 1971 bracht daar verandering in. Nadat er in het stadion van Rangers 66 mensen waren platgedrukt, werden de veiligheidseisen in de Schotse stadions aangescherpt. De capaciteit van Hampden Park werd verlaagd naar 81.000.

Met miljoenen aan gemeenschapsgeld is de thuishaven van Queen’s Park, dat zelf als amateurclub geen geld had voor de verbouwingen, door de jaren heen opgeknapt en het laatste deel van de renovaties werd in 1999 afgerond. Hampden Park, dat na de laatste verbouwingen ruim vijftigduizend mensen kan herbergen, en de omliggende grond zijn altijd eigendom gebleven van Queen’s Park, waardoor de SFA huur moet betalen om de Schotse nationale ploeg zijn thuiswedstrijden in het stadion te laten spelen. In 2000 sloten de SFA en Queen’s Park een huurovereenkomst voor twintig jaar, waarna de Schotse voetbalbond zijn kantoren in het stadion vestigde. Hampden Park wordt beheerd en onderhouden door een apart bedrijf, dat het stadion ook verhuurd voor concerten en andere sportevenementen. Jaarlijks maakt de SFA ruim 900.000 euro over naar dit bedrijf en Queen’s Park zou hier een kleine 350.000 euro aan overhouden. Voor dit geld hoeven the Spiders in principe niets te doen, want het beheer en onderhoud van Hampden Park is niet de verantwoordelijkheid van de club.

voetbalzone

De SFA heeft een optie om het huurcontract met nog eens twintig jaar te verlengen, maar twijfelt hierover. De huidige verbintenis loopt na het EK 2020, waarop Hampden Park een van de twaalf speellocaties is, af en de Schotse voetbalbond heeft een aantal redenen om dan na 114 jaar van nationaal stadion te wisselen. Allereerst is er de jaarlijkse huur, die aan de hoge kant is voor het relatief verouderde stadion. Doordat de SFA niet zelf eigenaar is, kan het niet zomaar renovaties uitvoeren. “Het stadion verdiende vijftien jaar geleden geen Europese finale en het is nu geen internationaal voetbal waard. Vergeleken met de nieuwe generatie stadions in Europa, is Hampden Park een schande. Het heeft nu minder sfeer dan de maan. Bovendien heb je vanaf de bovenste plaatsen een telescoop nodig om het spel te volgen”, was Davie Provan, voormalig Schots international, bijzonder kritisch in gesprek met The Scottish Sun. “Je betaalt meer dan 900.000 euro per jaar aan huur en voor dat geld kan je iets beters krijgen. Kantoorruimte en een plaats voor het museum vinden, lijkt me niet zo lastig. Hoe kan je jezelf serieus nemen als je een veld deelt met een stel amateurs?”

“De SFA heeft genoeg alternatieven. Celtic Park en Ibrox zijn superieur aan Hampden. Easter Road van Hibernian en Tynecastle van Hearts zijn gemoderniseerd, terwijl Aberdeen een modern stadion gaat bouwen. Wie zou er tegen zijn als het nationale team op verschillende plaatsen gaat spelen?”, concludeert Provan. Naast deze stadions, is ook Murrayfield in beeld. Qua bereikbaarheid lijkt dit stadion een perfecte optie. Als men besluit om in het nationale rugbystadion in Edinburgh te gaan spelen, moet de SFA huur gaan betalen aan de Schotse rugbybond. Het nadeel is dat het geld in dat geval uit het voetbal verdwijnt. Indien men voor Celtic Park of Ibrox kiest, moet er huur worden betaald aan Celtic of Rangers en dat brengt de neutraliteit van de bond in het gedrang. Dat men nu jaarlijks tonnen bijdraagt aan Queen’s Park deert nauwelijks. Met de financiële steun houdt de SFA namelijk een van de meest bijzondere clubs van het land in stand.

voetbalzone

De ruim 150 jaar oude club was de eerste voetbalclub in Schotland. Queen’s Park was überhaupt de eerste club buiten Engeland en Wales. In 1872 stond men aan de wieg van de eerste interland tussen Schotland en Engeland. Sterker nog, het Schotse team bestond destijds louter uit spelers van Queen’s Park. De club droeg toen nog blauwe tenues en omdat men de eerste interland ooit in shirts van Queen’s Park speelde, werkt Schotland nog altijd zijn interlands af in blauwe shirts. Pas een jaar later werd de SFA opgericht en Queen’s Park was een van de acht clubs die aan de basis stond van de Schotse voetbalbond. De club staat te boek als een van de eerste beoefenaars van het zogenaamde tiki-taka, terwijl er in Groot-Brittannië voornamelijk kick and rush werd gespeeld. “Barcelona heeft hun tiki-taka gebaseerd op de Schotse stijl en die kwam van Queen’s Park”, zei Keith McAllister, secretaris van de supportersvereniging, tegenover STV. Als pioneers of the modern passing game won Queen’s Park in de beginjaren van het voetbal onder meer tien keer de Scottish Cup, na de FA Cup het oudste bekertoernooi ter wereld.

Sindsdien is er het nodige veranderd in het Schotse voetbal. Queen’s Park werd voorbijgestreefd door stadgenoten Celtic, Rangers en, in mindere mate, Partick Thistle. De oudste club van Schotland is momenteel hekkensluiter in de League One. Toch is het nog een prestatie van formaat dat Queen’s Park op het derde niveau van de Schotse voetbalpiramide speelt, want men is altijd een amateurclub gebleven. Het motto van de club luidt 'ludere causa ludendi', wat in het Latijn ‘spelen met het doel om te spelen’ betekent. Toen het voetbal voor 1900 professionaliseerde, weigerde Queen’s Park hierin mee te gaan. Tot op de dag van vandaag heeft de club naar eigen zeggen nog nooit een speler betaald. Daarmee zijn the Spiders de enige volledige amateurclub in de hoogste vier divisies van het Schotse voetbal. “Ik denk dat we er niks mee opschieten als we professioneel worden, zeker niet nu. We zouden juist al onze historie en traditie verliezen. Met alle respect voor Partick Thistle, maar je hebt twee waanzinnige teams in Glasgow. Als wij professioneel zouden worden, trekken we hooguit duizend man en dat helpt de club niet. Het zou mijn hart breken als we professioneel worden, we zijn op deze manier speciaal en willen dat niet kwijt”, aldus McAllister.

voetbalzone

Toch wist de Daily Record eind 2016 te melden dat Queen’s Park wel degelijk zijn spelers betaalt. De club zou zijn spelers één pond per week betalen en daardoor ook niet voldoen aan het wettelijk minimumloon. Voorzitter Alan Hutchinson was er als de kippen bij om te ontkennen dat Queen’s Park had gebroken met zijn historie als amateurclub. “In 1995 hebben we de beslissing gemaakt om spelers aan te trekken die eerder bij professionele clubs speelden. De Scottish Football League heeft ons destijds geadviseerd om ze niet op amateurbasis vast te leggen, maar met een profcontract”, liet Hutchinson weten in een statement op de website van de club. “Het is nooit een probleem geweest, omdat de spelers precies weten waarvoor ze tekenen. We betalen alleen een onkostenvergoeding. De belastingdienst had er ook geen probleem mee toen deze oplossing werd bedacht.”

Door de bijzondere amateurstatus van Queen’s Park, zijn de inkomsten die het ontvangt door de verhuur van Hampden Park alleen maar belangrijker. Daarnaast kan de club volgens de Daily Mail ook enkele miljoenenrekeningen tegemoet zien als de SFA besluit om het stadion te verlaten. Om die reden luidde Sir Alex Ferguson, die als speler kort voor Queen’s Park speelde, reeds de noodklok. “Als de Schotse ploeg Hampden Park verlaat, zou dat de club kunnen vermoorden. Hun bijdrage aan het voetbal is waanzinnig geweest. Niet alleen omdat ze al zolang deel uitmaken van de sport, maar ook omdat ze nooit geweken zijn van waar ze in geloven: voetballen omdat je van het spel houdt. Als de SFA besluit om naar Edinburgh te gaan, betekent dat ook het einde van Hampden Park”, sprak Ferguson tegenover de Scottish Sun. De SFA zou alleen op Hampden Park willen blijven als men het stadion kan kopen van Queen’s Park. De club moet in dat geval verhuizen naar Lesser Hampden, een kleine speellocatie naast het stadion. “Ik heb meerdere bronnen die bevestigen dat de optie om naar Murrayfield te verhuizen geen bluf is. De SFA weet dat hun aanbod erg moeilijk is voor deze club. We zijn al meer dan honderd jaar eigenaar van het nationale stadion van Schotland, niemand kan dat ons afnemen. Maar misschien is het tijd dat we moeten accepteren dat het voetbal in de 21e eeuw veranderd is en dat we moeten veranderen om te overleven. We hebben de kans om het voortbestaan van Queen’s Park te redden, vrij van toekomstige kosten”, concludeerde Hutchinson. Volgens de BBC hebben the Spiders en de SFA reeds een akkoord bereikt over de verkoop van Hampden Park.

“Er zijn een miljoen redenen waarom Hampden Park het thuis van het Schotse voetbal moet blijven. We willen de massa wakker maken. Hoe zou de wereld eruit zien zonder Hampden Park? Hoe moet je aan je kleinkinderen vertellen dat Hampden Park een van de grootste stadions ter wereld was als het verdwenen is en er huizen zijn gebouwd?”, zei Graeme Brown, die een campagne heeft opgezet om de Schotse ploeg op Hampden Park te houden, tegenover de Scotland Herald. Hoe het verhaal ook afloopt, Queen’s Park lijkt in ieder geval de verliezer te worden. Hutchinson: “Ik denk dat het geen geheim is dat het stadion waarschijnlijk niet veel oplevert zonder grote wedstrijden. Als de SFA vertrekt, hebben we enkele interessante discussies te voeren met de gemeente. Zolang we als amateurclub kunnen overleven, zullen we er alles aan doen om die status te behouden.”