Ashley Cole verkiest Robben boven Messi: ‘Hij heeft me vernietigd’
Ashley Cole zal zijn ontmoetingen met Arjen Robben niet snel vergeten. De inmiddels gestopte linksback trof de buitenspeler tijdens zijn loopbaan meerdere keren, maar met name het onderlinge duel in oktober 2014 met AS Roma tegen Bayern München in de Champions League blijft hem bij. Roma verloor die wedstrijd met liefst 1-7; Robben speelde een hoofdrol met twee doelpunten en een assist. Cole had zijn handen vol aan de Nederlander, vertelt hij in een interview met Goal.
De voetbalwebsite vraagt de veertigjarige oud-speler van onder meer Arsenal, Chelsea en AS Roma om zijn 'perfecte voetballer' samen te stellen. Hij mag een denkbeeldige voetballer creëren op basis van het linkerbeen, het rechterbeen, de techniek en het uithoudingsvermogen van andere spelers. De Engelsman stelt dat Robben het beste linkerbeen heeft. "Ik heb bij Roma tegen hem gespeeld. Hij heeft me toen vernietigd", memoreert Cole, die dus niet kiest voor de linkervoet van Lionel Messi; toen de linksback bij Chelsea speelde, tussen 2006 en 2014, kwam Messi nooit tot scoren tegen de club. "Dat kwam niet alleen door mij!", haast Cole zich om te zeggen. "Dat wordt weleens geroepen, maar als team deden we er heel veel aan. Ons middenveld was daarin essentieel."
De beste rechtervoet behoort volgens Cole toe aan Cristiano Ronaldo, die hij kent van hun ontmoetingen in de Premier League. Ronaldo speelde destijds voor Manchester United. "Ik wilde eigenlijk David Beckham zeggen, maar ik ga voor Ronaldo. Hij kan binnendoor en buitenom gaan; zijn schoten zijn vanuit alle hoeken en standen fantastisch. Hij was iemand die je nooit enige ruimte mocht geven. Je moest altijd agressief zijn, zodat hij niet goed in zijn vel kwam te zitten en begon met overstapjes. De passes moesten voor zijn voeten aankomen, maar je moest ze zo vroeg mogelijk afstoppen."
Die tactiek werkte echter niet vaak tegen Ronaldinho, de speler die volgens Cole over de allerbeste techniek beschikte. "Ondanks dat ik duels met hem uitvocht, kon ik soms alleen maar lachen als hij weer een bizar trucje uithaalde of iemand door de benen speelde. Ook al was hij je tegenstander, het was een genot om hem te zien spelen. Zoals hij over het veld dartelde, overstapjes maakte, passes uitdeelde met ieder deel van zijn voet... Het was net een magiër. Hij was ook effectief, want hij voerde zijn trucjes op de juiste plekken op het veld uit. Hij scheurde teams aan flarden met zijn techniek. Hij had alles."
Het laatste onderdeel waarmee de 'perfecte speler' wordt gevormd betreft niet voetballende kwaliteiten, maar uithoudingsvermogen. Cole hoeft niet lang na te denken wie op dat gebied boven iedereen uitsteekt. Hij wijst naar de Braziliaanse legende Cafú, tegenover wie hij stond in de verloren kwartfinale van het WK 2002 (1-2). "Ik dacht dat ik een goede motor had, maar hij bracht me op mijn knieën. Ik heb later nog eens tegen hem gespeeld tijdens een benefietwedstrijd voor David Beckham. Ik weet niet hoe oud hij toen was (45, red), maar hij had nog steeds zoveel uithoudingsvermogen als op zijn 20ste of 25ste. Hij was een machine."