voetbalzone

‘Argentijns Athletic Club’ verdwijnt 10 meter onder water: ‘Blijft pijn doen’

Robin Bruggeman10 mrt 2018, 22:50
Laatst bijgewerkt: 10 mrt 2018, 22:50
Advertentie

Voetbalzone publiceert de komende weken verhalen over clubs uit zogeheten ‘spooksteden’. Steden waarin om uiteenlopende redenen niet of nauwelijks meer ontwikkeling plaatsvindt of waaruit het laatste beetje leven is weggetrokken. In de derde aflevering: Gauchos de Epecuén, het ‘Argentijnse Athletic Club’ uit het in 1985 overstroomde spa-oord Villa Epecuén. Eerder verschenen verhalen over Stroitel Pripyat en Qarabag FK, later volgen nog Castelnuovo dei Sabbioni en Oradour-sur-Glane.

Door Robin Bruggeman

De huilende muur
De legende wil dat Gauchos een belangrijke rol speelde in het onder de golven verdwijnen van Epecuén. Een van de stadionmuren van de in 1968 uit het samengaan van Atlético Epecuén en Estancia La Concepción ontstane club ‘huilde’ volgens de overlevering bij nederlagen van de club, terwijl er bij gelijke spelen en overwinningen geen druppel water te bekennen was. De club boekte gedurende de bijna twintig jaar van zijn bestaan bescheiden successen, maar in 1985 was er geen houden meer aan.

Gauchos reikte in dat jaar ver in het staatskampioenschap van de provincie Buenos Aires en fans van de club droomden stiekem al van een confrontatie met grootmachten als San Lorenzo, River Plate of Boca Juniors. Olimpo de Bahía Blanca kwam echter als tegenstander uit de koker gerold en het ging al snel van kwaad tot erger voor Gauchos. De scheidsrechter was omgekocht door de opponent en de twee beste spelers van de club uit Epecuén moesten al in de eerste helft met een rode kaart inrukken.

In de tweede helft, toen het 0-2 stond voor de bezoekers, begon de muur te huilen zonder ooit weer op te houden. Het water bereikte al snel het veld en de scheidsrechter moest de wedstrijd tien minuten voor tijd staken aangezien spelen onmogelijk was geworden. Hoewel de fans uit Bahía geen idee hadden wat er gebeurde, wisten de dorpelingen uit Epecuén wel beter. Pogingen om de muur te slopen mislukten en een dag later verdween het plaatsje definitief onder water.

Laguna Epecuén
In werkelijkheid hadden de resultaten van Gauchos weinig te maken met de ondergang van Villa Epecuén. Het dorp werd in de jaren twintig van de vorige eeuw gesticht op de oostelijke oever van Laguna Epecuén nadat men had ontdekt dat het zoute water van het meer, dat tien keer zoveel zout bevat als normaal zeewater en enkel de Dode Zee voor zich moet dulden, zou helpen tegen allerlei uiteenlopende aandoeningen.

Het een kleine zeshonderd kilometer ten zuidwesten van hoofdstad Buenos Aires gelegen Epecuén ontwikkelde zich in de daaropvolgende decennia tot een populair vakantieoord. Iedere zomer pakten duizenden mensen uit de hoofdstad en de omliggende provincies de trein richting het in de binnenlanden gelegen meer voor zon, ontspanning en hun gezondheid. In de jaren zeventig bereikte Epecuén met een populatie van vijfduizend mensen die het hele jaar door in het dorp verbleven zijn hoogtepunt en vierde de lokale voetbalclub Gauchos ook zijn grootste successen.

De naar de Argentijnse cowboys vernoemde club was in die tijd actief in verschillende competities in de provincie Buenos Aires en wist zich in 1977 zelfs tot kampioen van de Liga Carhuense de Fútbol te kronen. In een tijd waarin veel clubs spelers uit omliggende plaatsen of uit de hoofdstad Buenos Aires haalden, viel Gauchos juist op door een op Athletic Club lijkend beleid te voeren. Waar los Leones enkel spelers met Baskische roots toelaten tot hun elftal, koos Gauchos ervoor om het alleen met spelers uit Epecuén te doen.

In een dorp dat elke zomer werd overstroomd door toeristen uit het hele land, zorgde Gauchos voor een vorm van lokale trots: “We waren hier elke dinsdag, donderdag en zaterdag. Op wedstrijddagen waren er soms een paar duizend toeschouwers aanwezig. Bij uitwedstrijden waren de parkeerplaatsen voor dertig, veertig, vijftig auto’s vaak te klein, want iedereen wilde aanwezig zijn bij het feest. Zondag lag elke week onder een vergrootglas, er was niets anders waar zoveel mensen iedere week naar uitkeken”, blikt een oud-speler uit het kampioenselftal terug in gesprek met TNT Sports.

Het stijgende water
In een periode waarin Gauchos dankzij dat beleid de vruchten leek te gaan plukken van een bijzonder talentvolle generatie sloeg het noodlot toe. Tegelijk met de opkomst van de club eind jaren zeventig begon het in de heuvels rond Epecuén ieder jaar meer te regenen. De waterstand in de Laguna Epecuén nam als gevolg van de overvloedige neerslag jaarlijks toe met vijftig à zestig centimeter en begon in de eerste helft van de jaren tachtig voor problemen te zorgen rond de dijken en dammen in het gebied.

Op 10 november 1985 werden de spelers van Gauchos en de rest van de vijftienhonderd inwoners van Epecuén wakker terwijl het water al op enkelhoogte door het dorp stroomde. Een zogeheten seiche, een op een meer door seismische activiteit of verschillen in luchtdruk boven het water ontstane vloedgolf, had een gat geslagen in een nabijgelegen dam, waarna ook de dijk die het dorp zelf beschermde tegen het water uit het meer eraan moest geloven.

De bewoners hadden nog net de tijd om hun belangrijkste bezittingen bij elkaar te zoeken voordat zij halsoverkop het dorp uit moesten voor het steeds verder stijgende water. Veel inwoners van Epecuén dachten binnen een aantal dagen of weken weer terug te kunnen naar hun huizen, maar het water bleef maar stijgen en het dorp werd op het hoogtepunt van de overstromingen in 1993 bedekt door een tien meter diepe laag zout water.

voetbalzone

Een familie binnen een familie
Het onder de golven verdwijnen van Epecuén betekende ook het onvermijdelijke einde van Gauchos. Het veld, de tribune, kleedkamers en kantine bevonden zich tot groot verdriet van de spelers van de ene op de andere dag diep onder water: “De overstroming kwam hard aan en heeft voor enorm veel verdriet gezorgd. We zijn hier opgegroeid, als de schoolbel ging stak je de straat over om naar de club te gaan. Het was één grote familie, een familie binnen een familie zelfs. We kwamen hier ook om te eten, iedereen kende elkaar. Er was enorm veel verdriet toen dat niet meer mogelijk was”, blikt een andere oud-voetballer terug.

Hoewel er geen dodelijke slachtoffers vielen bij het onder water verdwijnen van Epecuén, heeft de ondergang van het dorp zijn psychologische tol geëist bij de spelers van Gauchos en de rest van de dorpsbewoners. Het langzame terugtrekken van het water, waardoor de lege straten, boulevards, restaurantjes, hotels, hostels, huizen en andere gebouwen van het plaatsje in 2009 weer boven het oppervlakte van de Laguna Epecuén verschenen, weet deze pijn nauwelijks te verzachten.

Epecuén kent tegenwoordig in de teruggekeerde Pablo Novak weer een enkele inwoner. De voormalige steenbakker, die zijn dagen vult met het scharrelen tussen de ruïnes van zijn geboortedorp, heeft echter geen gezelschap gekregen van andere door het water verdreven bewoners en ook een reïncarnatie van Gauchos is, tot grote spijt van de oud-spelers van de club, voorlopig een utopie: “Ik ga soms bij mijn kleinkinderen kijken en als de naam van de club valt doet dat me nog steeds pijn. Voor de wedstrijden kwam de voorzitter altijd de kleedkamer in om je een paar bemoedigende woorden mee te geven, dat zijn de dingen die je bijblijven en die je blijft missen.”