voetbalzone

Anderlecht negeert trainer bij transfers: 'Trainers pakken er geld op'

Robert Smid10 aug 2011, 14:50
Laatst bijgewerkt: 10 aug 2011, 14:50
Advertentie

Anderlecht heeft zich deze zomer druk geroerd op de transfermarkt. De Belgische topclub zag het door heel Europa begeerde toptalent Romelu Lukaku definitief vertrekken naar Chelsea, maar kon met de vrijgekomen financiële middelen ook aardig wat besteden. De voorbije weken werden Ronald Vargas, Milan Jovanovic en Dieumerci Mbokani gepresenteerd als versterkingen. Philippe Collin, secretaris-generaal, deed een boekje open over het transferbeleid.

/

Er is namelijk veel kritiek over de manier waarop de club handelt. Scouting zou niet meer aan de orde zijn. “Akkoord, misschien nemen we te veel spelers aan op basis van enkele goede technische rapporten. Maar zo peil je niet naar de mentaliteit van die jongens - zijn het winnaars? Maar ook: wat zijn hun studies? Hoe zijn ze opgevoed? Is er gepraat met de ouders? Die achtergrondinformatie moeten we weer oppikken”, geeft Collin toe in Het Laatste Nieuws.

Ook over de rol van trainer Ariël Jacobs werd gesproken. Bij de meeste clubs is het duidelijk dat de technisch directeur en de trainer in samenspraak met elkaar kiezen voor de juiste versterkingen. Bij Anderlecht wil men daar absoluut niets van horen: Jacobs heeft het maar te doen met de spelers die hij tot zijn beschikking krijgt. “Negentig procent van de trainers pakt geld op uit transfers. Dat risico willen wij maar al te graag uitsluiten.”

Dinsdag werd de transfer met Mbokani afgerond, die als vervanger van Lukaku is gekomen. Collin geeft toe dat Anderlecht ‘een grote gok’ doet met de aanvaller, die niet altijd even makkelijk zou zijn. “Een spits van het niveau van Mbokani kost normaal 10 miljoen. De nadelen aan Mbokani maken dat Anderlecht hem kan betalen (3,3 miljoen, red.). Ik heb geen schrik voor zijn gedrag op het veld. Jovanovic is een karakter dat precies weet hoe hij Mbokani moet aanpakken. Het is wat naast het veld gebeurt, dat belangrijk is. Onze sociale cel zal Mbokani van heel nabij moeten volgen.”