Analyse na 88.000 wedstrijden: ‘Wordt Ajax het Bayern van Nederland?’
Het voetbal in de Europese topcompetities wordt steeds voorspelbaarder, wijst onderzoek uit. De onderzoekers analyseerden bijna 88.000 wedstrijden in elf competities tussen de seizoenen 1993/94 en 2018/19. Daaruit blijkt dat het voetbal vergelijkbare verschijnselen toont als in een kapitalistische samenleving: de rijken worden rijker, beter en sterker, de minder rijken hollen er hoopvol achteraan. Het gevolg is dat diezelfde teams steeds meer wedstrijden winnen. Dat gaat gepaard met een andere, onheilspellende waarneming voor de liefhebbers: het thuisvoordeel, waar het publiek vaak alle lof voor krijgt, neemt steeds meer af.
Door Kevin van Buuren
Tijdens de recente pandemie galmde er steeds één geluid door de stille stadions: zonder fans, geen voetbal. Geroemde ‘thuisteams’ als Ajax, Feyenoord en Liverpool riepen talloze keren hun twaalfde man uit tot man van de wedstrijd. Zonder het publiek was dit niet gelukt, klonk het dan. Maar, ook lager geklasseerde teams teren tegen titanentegenstanders telkens op het thuisvoordeel. Alleen een psychologisch effect kan een verschil in kwaliteit verslaan. Thuispubliek maakt het voetbal onvoorspelbaar. Maar als deze macht steeds minder effect heeft, is het voetbal over twintig jaar dan nog wel iets aan?
De vicieuze middencirkel
Het onderzoeksteam van Taha Yasseri en Victor Martins Maimone bekeek via een score- en netwerkmodel naar bijna 88.000 wedstrijden binnen Europa tussen het seizoen 1993/94 en 2018/19 in onder meer Duitsland, Engeland, Frankrijk, Italië, Nederland, Portugal, Schotland en Spanje. Hun conclusie: “De rijke competities worden steeds meer gewonnen door succesvolle teams. De sterke teams winnen meer, kunnen daardoor meer investeren in nieuwe versterkingen en vergroten zo geleidelijk de ongelijkheid tussen teams in de dezelfde competitie.” Ook in Nederland heerst al een tijdje de angst dat Ajax, gezien het opgebouwde kapitaal de laatste jaren, het Bayern München van de Eredivisie wordt. De Duitse Rekordmeister won dit jaar de landstitel voor de tiende keer op rij. Ajax staat nu op drie, voor het eerder al eens viermaal achtereen de schaal vasthield.
Na tien kampioenschappen op rij voor Bayern mag de Duitse Bundesliga langzamerhand wel voorspelbaar worden genoemd. Daarmee vertoont de voetbalwereld volgens de onderzoekers vergelijkbare verschijnselen als de ‘echte’ wereld. De rijken worden rijker en investeren in factoren die hen nog meer voordeel oplevert. Daardoor groeit de kloof tussen arm en rijk. Ook uitzonderingen komen om deze reden steeds minder voor. Net als de uitzondering die het thuisvoordeel kan opleveren. De onderzoekers concluderen namelijk dat dit voordeel verdwijnt, naarmate de ongelijkheid groeit: “Voetbal verandert: het is voorspelbaarder, ongelijkheid tussen teams groeit en het thuisvoordeel neemt consistent af bij alle teams in de geanalyseerde competities.”
Ver van huis
De onderzoekers baseerden hun resultaten op twee simpele gegevens: ‘Wie wint er, de thuis- of uitspelende ploeg?’. Daarbij gaf een score- en netwerksysteem hen informatie over hoe goed de twee teams er op dat moment voor stonden. Zowel hun onderlinge wedstrijden, het aantal punten dat zij tot dan toe hadden in de competitie en hun thuis- of uitreputatie bepaalden de waarschijnlijkheid van een eventuele winstpartij. Gelijke spelen werden niet meegenomen in de onderzoeksresultaten.
Voor een definitie van thuisvoordeel keek het team naar een eerder onderzoek van Richard Pollard naar dit fenomeen. Pollard legt hier de volgende factoren aan ten grondslag: effect van het publiek; effect van een (lange) reis; gewenning aan het veld; de thuisfluiter (Pollards onderzoek toont aan dat thuisteams vaak voordeel krijgen bij beslissingen); territorialiteit; speciale tactieken; psychologische factoren; en de interactie tussen twee of meer van deze factoren.
De resultaten laten zien dat de thuis- of uitfactor steeds minder effect heeft door de jaren heen. Competitiewedstrijden worden steeds meer beslist op basis van status en rijkdom. Grote clubs winnen meer wedstrijden, ongeacht of zij thuis of uitspelen. De onderzoekers stellen dat globalisering hier een belangrijke rol speelt: teams huisvesten steeds meer buitenlandse spelers. Daarnaast is voetbal toegankelijker, waardoor minder (echte) fans wedstrijden bezoeken. Reizen is comfortabeler en spelers hebben meer internationale ervaring, waardoor ze minder snel onder de indruk zijn van andere omstandigheden. Wat het onderzoek niet bij naam noemt, maar ook een factor kan zijn, is dat de kwaliteit van het voetbal, de spelersbegeleiding en faciliteiten verbeterd zijn en minder uit elkaar liggen binnen competities.
Tekortkomingen van het onderzoek
Zelf geven de onderzoekers aan dat hun research niet feilloos is. Alhoewel de trend laat zien dat succesvolle teams steeds succesvoller worden, hebben zij niet de directe invloed van geld in het wegnemen van het verrassingselement onderzocht. Voor het verzamelen van de gegevens werd sowieso geen gebruik gemaakt van alle mogelijke data die tegenwoordig geregistreerd wordt. “Deze methodes vergen heel veel data en zijn niet makkelijk te gebruiken in historische context, waarin zulke datasets niet beschikbaar zijn voor wedstrijden in het verleden”, luidt de verklaring.
Een andere tekortkoming die niet duidelijk wordt vermeld, is het feit dat dit onderzoek puur resultaatgericht is. De beleving van de wedstrijden wordt daarin niet meegenomen. Dat terwijl het onderzoek vermeldt dat het voorspelbaarheid onderzoekt, omdat onvoorspelbaarheid de funfactor van het voetbal is. Als voorbeeld kijken we naar Ajax’ overwinningen tegen SC Cambuur en RKC Waalwijk dit jaar. Het resultaat tegen de laagvliegers luidt ‘zes punten voor Ajax’. Voorspelbaar. Maar wie de wedstrijden zag, waar Ajax tweemaal punten leek te verliezen en in de absolute slotfase nog wist te winnen, zal op het puntje van zijn of haar stoel hebben gezeten. Onvoorspelbaar.
De onderzoekers noemen nog wel de steekproefomvang, al leek die met 88.000 wedstrijden over elf competities behoorlijk. “In 200 landen wordt voetbal gespeeld, waarvan slechts 5,5 procent in ons onderzoek wordt behandeld”, leggen zij uit. Toch kan dit onderzoek als behoorlijk representatief worden beschouwd voor de voorspelbaarheid in het Europese voetbal. “Voor toekomstig onderzoek”, beoordeelt het team, “moeten ook continentale toernooien als de UEFA Champions League worden meegenomen, en wedstrijden buiten Europa. Tot slot zou er getest moeten worden of geld impact heeft op de voorspelbaarheid in andere sporten en competities. Bijvoorbeeld competities die een salarisplafond instellen over hun teams, zoals de NBA (de nationale mannenbasketbalcompetitie in de Verenigde Staten.”