Ambitieus Feyenoord waagde saillante poging voor Christian Eriksen
Feyenoord heeft deze zomer een poging gewaagd om Christian Eriksen naar Rotterdam te halen, zo meldt journalist Marcel van der Kraan in de voetbalpodcast Kick-off van De Telegraaf. Eriksen was zelfs dicht bij een dienstverband in De Kuip, maar trok zich uiteindelijk toch terug. Inmiddels is de middenvelder een belangrijke speler voor Erik ten Hag bij Manchester United.
Eriksen werd besproken in de podcast vanwege zijn goede spel in de wedstrijd tegen Arsenal (3-1 winst) afgelopen zondag. De dertigjarige Deen was deze zomer transfervrij en koos uiteindelijk voor een dienstverband bij the Red Devils. Toch had het heel anders kunnen lopen, zo beweert Van der Kraan, chef-sport van De Telegraaf maandag. “Een Nederlandse club die hem heel graag wilde hebben was Feyenoord. Die hebben hem ook nog wel even gesproken. Ze waren heel dichtbij, maar uiteindelijk vond Eriksen zelf dat niet het beste idee met zijn achtergrond.”
Een contract in Rotterdam had saillant geweest, gezien het verleden dat Eriksen heeft bij aartsrivaal Ajax. Tussen 2010 en 2013 speelde hij in Amsterdam. “Ik snap nog steeds niet dat Ajax Eriksen niet heeft binnengehaald. Die lag echt voor het grijpen, die hadden ze zo kunnen binnenhalen want hij wilde zelf. Zijn zaakwaarnemer heeft nog pogingen gedaan door het meerdere keren voor te stellen aangezien hij transfervrij was. Ajax heeft het niet aangedurfd en daar zullen redenen voor zijn, maar ik denk dat sommigen nog wel drie keer achter hun oren zullen krabben als ze hem zo zien voetballen”, aldus Van der Kraan.
Journalist Mike Verweij heeft wel een vermoeden van de reden dat Ajax geen contractvoorstel heeft gedaan aan Eriksen. “In heel die affaire met Nouri heeft Ajax bijna voor de rechter gestaan. Toen heeft de club betoogd, tijdens het bepalen van de schadevergoeding, dat hij ook bij een goede behandeling op het veld nooit meer terug had kunnen keren op een absoluut topniveau. Ik denk dat dit nu met Eriksen een probleem was voor Ajax. Hij had het tegendeel kunnen bewijzen.”