‘Als we in de spelersbus zitten, kijkt iedereen je aan alsof je bij Real speelt’
NEW DELHI - India begon in oktober 2014 met de Indian Super League (ISL), een minicompetitie om meer dan een miljard inwoners voetbalgek te maken. Sterren als Alessandro Del Piero, Nicolas Anelka, Zico, Robert Pirès, David Trézéguet en Marco Materazzi moesten de voetbalcultuur een impuls komen geven. In hoeverre is dat gelukt? Om erachter te komen hoe het met het Indiase voetbal gesteld is, publiceert Voetbalzone een overzichtsartikel en drie interviews. Met vandaag in deel II: Markos Sifneos, Jeroen Lumu, Gregory Nelson en Hans Mulder over de Indian Super League.
Door Chris Meijer
Gregory Nelson (29) speelt voor Chennaiyin FC, dat de competitie zondag opent tegen FC Goa en in 2015 de Super League won. Kwam in het verleden uit voor AZ, RBC Roosendaal, CSKA Sofia (Bulgarije), Metalurh Donetsk (Oekraïne), Botev Plovdiv (Bulgarije), Kaisar Kyzylorda (Kazachstan) en Al-Muharraq SC (Bahrein).
“Wij willen de League winnen, dat is vrij simpel. Ik ken de andere teams niet echt, ik heb wel wat via Youtube gezien. Als ik de andere jongens moet geloven, zijn wij wel een van de sterkere teams. Ik wil gewoon winnen, alles winnen. Het kan me niet zoveel schelen van wie. Ik speel met jongens die bijvoorbeeld bij FC Porto en Valencia hebben gespeeld, grote clubs in Europa. Zij krikken het niveau wel omhoog. De buitenlandse spelers maken wel echt het verschil hier.
Je hebt best wel wat Indiase spelers die aardig kunnen voetballen, maar er lopen er ook een aantal tussen die wat minder zijn. Het niveau hangt er een beetje van af of je de goede Indiase spelers hebt. Als je dat mixt met de buitenlandse spelers heb je een aardig team. Er zitten in onze selectie ook jongens die er niks te zoeken hebben, dat vind ik wel. Het is niet anders, die zullen straks hoogstwaarschijnlijk niet in de basis spelen. De Indiase spelers zijn heel leergierig, het zijn harde werkers en ze willen graag. Tactisch en technisch schieten ze alleen tekort.
Op dit moment acht ik India gelijk aan de competitie in Bahrein, al is het niveau daar misschien wel wat hoger. Er zit zeker veel potentie in, ze willen graag en dat zie je aan alles. Ze willen het graag beter maken en daar doen ze hard hun best voor. Ik was heel nieuwsgierig naar het niveau, dat heb ik iedereen ook gevraagd. Ze zeiden dat ik er waarschijnlijk bovenuit zou steken. Tot nu toe is dat ook wel zo. Buitenlanders zijn hier grote spelers, Berbatov bijvoorbeeld. Het is niet zo dat je hier met twee vingers in je neus zomaar even kan voetballen. Tactisch zijn ze misschien wat minder, maar ze geven wel honderd procent. Ze kunnen veel compenseren met de werklust.
Ik ben hier nu al een maand, ik vind het wel mooi geweest met de voorbereiding. Je merkt dat het al leeft, we hebben onlangs een aantal fotoshoots gedaan. Voor de club zelf, ook voor de televisie. Het voetbal is nog niet zo groot als cricket, maar de stadions zitten wel gewoon vol. Bij bepaalde clubs komen vijftig- tot zestigduizend toeschouwers kijken. Bij onze trainingen staan ook gewoon een paar honderd man. Het bevalt me uitstekend in India. Ik ben aardig avontuurlijk aangelegd. Ik hoef ook echt nog niet terug naar Nederland. Er zijn genoeg gekke verhalen die ik zou kunnen vertellen, maar dat is achteraf alleen maar leuk. Ik heb er geen spijt van, ik heb nooit iets te klagen gehad.”
Markos Sifneos (20) speelt voor Kerala Blasters, dat vrijdag de competitie opent tegen Atlético de Kolkata. De spits kwam afgelopen zomer over van RKC Waalwijk en speelt in India samen met onder meer Dimitar Berbatov en Wes Brown, terwijl René Meulensteen de leiding heeft bij Kerala Blasters.
“De eerste reden dat ik voor Kerala Blasters koos, was de trainer. De tweede reden was het feit dat ik zou gaan samenspelen met spelers als Brown en Berbatov. Dat is natuurlijk top, daar leer je enorm veel van. Het zijn twee jongens die goed hebben gepresteerd op het hoogste niveau, daar kan je wel wat van aannemen. Je kan nog steeds merken dat zij op een heel hoog niveau hebben gespeeld. Berbatov is bijvoorbeeld nog zo rustig aan de bal, hij zoekt altijd de makkelijkste oplossing. Dat is heel moeilijk, maar het lijkt zo makkelijk als hij aan de bal is.
Het niveau ligt hoger dan ik van tevoren had verwacht. Dat geldt ook voor de Indiase spelers. Ik wist niet wat ik kon verwachten, dus ik had niet zoveel verwacht. Ik had gedacht dat het niveauverschil heel groot zou zijn. Maar de Indiase spelers leren echt iedere dag. Ik moet eerlijk zeggen dat het verschil op de training niet zo opvalt. Het is niet anders dan bij RKC. Je hebt overal wel een paar spelers die beter zijn dan de rest. Het niveauverschil is niet zo enorm dat je bepaalde spelers moet overslaan, het is gewoon net als bij andere clubs. Dat valt me op, ik had het niveauverschil groter verwacht. Ze komen hier wel tactisch tekort, dat is het grootste gebrek van het Indiase voetbal. Wij hebben het geluk dat we met Meulensteen een toptrainer hebben.
Er zijn super veel fans, deze club heeft de grootste aanhang van India. Dat is ook iets. Als je op je twintigste voor zestigduizend man speelt, is dat toch iets anders dan in de Jupiler League voor drieduizend man. Heel bijzonder. Het leeft zeker, de club heeft een van de grootste fanbases ter wereld. Je merkt het aan alles. Laatst gingen we naar het winkelcentrum en iedereen herkende me, terwijl we nog geen wedstrijd gespeeld hebben. Als we in de spelersbus zitten, kijkt iedereen je aan alsof je bij Real Madrid speelt.
Toen mijn zaakwaarnemer hiermee kwam, dacht ik wat iedereen zou denken: huh, India? Ik kreeg een link doorgestuurd en wachtte op andere clubs. De eerste twintig seconden heb ik getwijfeld, daarna niet meer. Ik was wel heel snel enthousiast. Dit het beste wat op mijn pad is gekomen en wat op mijn pad had kunnen komen. Het is een competitie die heel erg in de lift zit en deze club heeft er heel veel voor over om zo snel mogelijk naar een hoger niveau te gaan. Als de trainers of staf bepaalde dingen aandragen, gaan ze er meteen mee aan de slag om het te regelen. Als ik nog een keer de keuze kreeg, zou ik het zeker nog een keer doen.”
Jeroen Lumu (22) speelt voor Delhi Dynamos, dat woensdag aan de competitie begint tegen Pune City. Kwam in het verleden uit voor Willem II, Ludogorets (Bulgarije), sc Heerenveen, FC Dordrecht, SKN St. Pölkten (Oostenrijk) en Samsunspor (Turkije).
“Roberto Carlos en Alessandro Del Piero hebben hier gespeeld, dus de club heeft een grote naam. Ze verwachten wel dat wij gaan meedraaien in de top. We zitten met het team het hele seizoen in een vijfsterrenhotel. We trainen op twintig minuten rijden van het hotel, hoewel het door het verkeer in Delhi altijd een uur rijden is. Je hebt hier alles: een spa, een sauna, een gym, alles is echt tot in de puntjes geregeld. Als ik heel eerlijk ben: ik ben op mezelf in het hotel. Af en toe ga ik naar de gym, ik ben hier aan het investeren.
Ik ga zo min mogelijk naar buiten, want het schiet hier echt niet op om ergens naartoe te gaan. Het verkeer is een drama, dan ben je echt lang bezig. Vergeleken met Nederland is het ook heel vies, overal liggen dingen. Er lopen bijvoorbeeld koeien op straat, dat is heel anders. Ik heb dit nog nooit meegemaakt, het is zo druk hier. Het leven is wel minder, maar ik ben hier voor het voetbal. Alles rondom het voetbal is goed geregeld.
Om mezelf weer een beetje terug op de kaart te zetten, dacht ik: ik ga gewoon hierheen. Ik wilde het plezier in het voetbal terugvinden en dat is tot nu toe wel gelukt. Alles is hier wel beter geregeld rondom het voetbal, dat kan ik je garanderen. Ze komen gewoon na wat ze je beloven. Dat is heel belangrijk. Als bij mij afspraken niet nagekomen werden, was ik mentaal niet zo sterk. Daardoor heb ik rare dingen gedaan, daar heb ik nu geen zin meer in. Ik ben gewoon bezig met mijn comeback en ben nu eventjes ver weg van alles. Ik had ook andere opties. Die waren misschien qua voetballand beter, maar ik heb bewust gekozen om hier naartoe gegaan. Tot nu toe heb ik 0,0 spijt, dat blijft ook zo. Ik kan met zekerheid zeggen dat het plezier hier blijft, ik voel me goed.
Sportief kan het nog wel wat beter. Er zijn jongens bij die het niveau aankunnen en wat voetbal in zich hebben zitten. Maar dat geldt niet voor iedereen, eerlijk gezegd. Ze werken wel keihard, dat is iets positiefs. Ze rennen voor iedere bal, doen veel loopwerk. Ze willen graag, zijn leergierig. Dat is ook de reden dat ze tegen de buitenlandse jongens opkijken en veel vragen. Er wordt hier veel over de ambities gesproken en je ziet het ook aan de namen die hier naartoe komen. Ik zeg eerlijk: dit is nog maar het begin. In het Indiase voetbal zit potentie, maar er moet nog wel het nodige gebeuren. Het is bijzonder om dit mee te maken, heel anders. Ik ben echt een ervaring rijker.”
Hans Mulder (30) speelt sinds dit seizoen bij RKC Waalwijk, maar maakte de eerste drie edities van de Indian Super League mee. Hij kwam uit voor Delhi Dynamos (2014 en 2015) en Chennaiyin FC (2016) en werd tijdens zijn eerste seizoen in India uitgeroepen tot middenvelder van het jaar.
“Het niveau heeft zich ontzettend ontwikkeld. Toen wij er net waren, was het niveau van de Indiase spelers niet best. Met de normale dingen die je hier in de jeugd leert, zoals passen, trappen, doorbewegen, voorzetten, hadden ze ontzettend veel moeite mee. Ze doen heel veel met het advies van internationale spelers, daardoor zie je een heel groot verschil. Het draait erom dat de spelers uit India beter moeten worden, dat werd in het begin ook aangegeven. Ze moeten een beetje proeven hoe het er in Europa en de rest van de wereld aan toegaat.
Ze zijn zeker weten vooruit gegaan ten opzichte van het eerste seizoen. Dat heeft ook wel wat te maken met zelfvertrouwen, de mensen zijn terughoudend en een beetje verlegen. Ik denk als dat eenmaal eruit is en ze kwaliteit hebben, dat het wel komt. Doordat ze zo leergierig zijn, wordt het vanzelf beter. Ze zijn op nul begonnen. Wat wij op tien- of elfjarige leeftijd meekrijgen, bijvoorbeeld goed inspelen en een goede voorzet, moesten zij toen allemaal nog leren. Toen we begonnen met trainen, dacht ik dat het een lastige klus zou kunnen worden om nog een wedstrijdje te winnen. Er was een speler van negentien of twintig die geen voorzet kon geven. Die speelde alleen ook nog als rechtsbuiten... Dan denk je van: pff. In een maand voorbereiding zag je ze allemaal al stappen maken, omdat ze zo leergierig zijn. Ze geven nooit op en dat is het mooie van die spelers, het is fijn om mee te werken.
Ik had nul verwachtingen. Ik wist dat de competitie net gestart was, dus dan weet je dat er heel veel dingen verkeerd kunnen lopen. Ik had misschien iets meer verwacht, maar ze pakken het super goed op. Ze moeten nog heel veel stappen maken om ooit in Europa te spelen, maar er zit heel veel potentie in. Tijdens de competitie keken we ook naar het nationale elftal en dan zie je ook goede dingen. Alleen zijn ze er nog lang niet, maar de goede weg is wel ingeslagen. Het enthousiasme is enorm toegenomen bij de mensen. Het gaat er niet aan toe zoals hier. Van tevoren heb je heel veel muziek, als je het veld opkomt is er overal vuurwerk en kabaal.
Het is een groot feest, een beetje het Bollywood-gebeuren. Ze vieren het. Het maakt niet uit of de thuis- of uitploeg scoort, iedereen juicht gewoon. De beleving is anders, je zal niet zo snel een vechtpartijtje zien tussen teams. Nog niet, in ieder geval. Ik denk dat het gelukt is om in India voetbalcultuur is te creëren. Het is een hele mooie competitie en ze hebben een goede verandering doorgevoerd, met dat het wat langer duurt en dat het echt een competitie wordt qua structuur. Voorheen zagen we het meer als een toernooitje van drie maanden. Je werd kampioen van een toernooi. Wat koop je daarvoor? Helemaal niks. Het is niet zo dat je je dan tegenover teams uit andere landen kon bewijzen. Dat was wel jammer, maar dat hebben ze nu veranderd. Dat is positief.”
Een interview waarin Hans Mulder vertelt over samenspelen met Alessandro Del Piero en Roberto Carlos, hoe Marco Materazzi hem hoogstpersoonlijk naar Chennaiyin FC haalde en over zijn terugkeer naar de Jupiler League verschijnt volgende week donderdag op onze website.
Komende dinsdag publiceert Voetbalzone het volgende deel in de serie over het voetbal in India: een interview met Stijn Houben, die een jaar voor Delhi Dynamos speelde