‘Als Ronaldo een fratsie zou uithalen, had hij geen vijf minuten gespeeld’
Ajax-icoon Wim Suurbier overleed zondag op 75-jarige leeftijd. Voormalig ploeggenoten Sjaak Swart, Theo van Duivenbode en Arnold Mühren reageren geëmotioneerd op het overlijden van de oud-verdediger, die tussen 1964 en 1978 liefst 509 wedstrijden voor Ajax 1 speelde. Van Duivenbode omschrijft Suurbier als iemand met humor en bijzondere kwaliteiten. “Hij was razendsnel en fysiek ijzersterk. Waar een ander daar zeven weken over deed, was Wim na een maand voorbereiding volledig in conditie. Ik denk dat hij de eerste opkomende back in Nederland was.”
Suurbier won drie keer de Europa Cup I met Ajax, speelde zestig interlands voor het Nederlands elftal en kwam uit in twee WK-finales. “Bij grote clubs als Ajax gaat de meeste aandacht altijd uit naar de spelers die eens in de honderd jaar worden geboren”, zegt Van Duivenbode in De Telegraaf. “Wij waren gezegend dat we er met Johan Cruijff en Pietje Keizer twee van in de ploeg hadden. Maar ook zij hadden nog altijd negen anderen nodig. En echt geloof me: Wim was een onmisbare schakel in ons elftal.”
Swart noemt Suurbier een ‘heel fijne gozer’. “Hij stuurde kaartjes voor verjaardagen van zijn medespelers en was altijd de eerste die dan belde om te feliciteren. En bij Ajax was het altijd lachen met hem. Dat heb je als club nodig: lachen én presteren”, vertelt Mister Ajax. De voormalig buitenspeler werkte op de rechterflank samen met Suurbier, daar laatstgenoemde op de rechtsbackpositie speelde. “We waren een heel goed koppel. Als Wimpie eroverheen kwam, dan nam ik zijn verdedigende positie over. Met onze snelheid hebben we heel wat verdedigingen tureluurs gespeeld.”
Volgens Swart was Suurbier een meedogenloze voetballer. “Het is jammer dat hij niet in deze tijd speelde, want ik had hem weleens tegen Cristiano Ronaldo willen zien. Als die een fratsie zou uithalen, had hij geen vijf minuten gespeeld. Want ook in het veld was Wim een moordgozer.” Wanneer Mühren wordt gevraagd om Suurbier te omschrijven als voetballer komt hij met een vergelijkbare uitleg. “Eigenlijk was Wim een linksbuiten! Maar als rechtsback had je een kwaaie aan hem, als hij tegenover je stond. Hij had kwaliteiten die anderen niet hadden: hij was meedogenloos, kwam bloedje snel op en kon als geen ander op de man spelen.”