voetbalzone

‘Als je een boete krijgt, moet je nog naar het postkantoor om die te betalen'

Chris Meijer30 jun 2020, 13:44
Laatst bijgewerkt: 30 jun 2020, 13:44
Advertentie

Nederlandse profvoetballers zijn in alle uithoeken van de wereld te vinden, van de spotlights van de grote Europese competities tot de meer avontuurlijke dienstverbanden op andere continenten. In de rubriek Over de Grens spreekt Voetbalzone wekelijks met een speler die buiten de landsgrenzen actief is. Met deze keer aandacht voor Yoëll van Nieff, die tegenwoordig actief is voor Puskás Akadémia FC – vernoemd naar topspits van weleer Ferenc Puskás – in Hongarije.

Door Nick Dierckx

“Het was een mooi verjaardagscadeau”, zegt Yoëll van Nieff de dag na zijn verjaardag aan de telefoon tegen Voetbalzone. Op zijn verjaardag won hij met Puskás Akadémia de uitwedstrijd bij Díosgyöri met 1-2. Voor Van Nieff was het niet de eerste keer dat hij zijn verjaardag in het buitenland vierde. “Normaal gesproken ben ik rond deze tijd op vakantie, dus ik ben het wel gewend.”

Sinds de zomer van 2019 is de 27-jarige Groninger actief op het hoogste niveau van Hongarije. “We wonen midden in het centrum van Boedapest op een hele mooie locatie. De stad is mooi en de mensen zijn heel vriendelijk. Dat is vergelijkbaar met Nederland. Natuurlijk is het in Boedapest heel toeristisch. Daar moeten ze het ook van hebben. Maar het is minder dan in Amsterdam, daar is het altijd heel druk. Hier is ook veel toerisme, maar het is nog te overzien.”

voetbalzone

Het gros van zijn carrière speelde Van Nieff voor FC Groningen, waarmee hij in 2015 de TOTO KNVB Beker won. In de zomer van 2018 liep zijn contract bij FC Groningen af en aasde hij op een transfer naar het buitenland. “Ik wilde naar iets anders kijken dan Nederland. Een andere voetbalcultuur. Natuurlijk ga je wel op vakantie naar het buitenland, maar in twee weken krijg je minder cultuur mee dan als dat je ergens woont.” Helaas bleef de stap buiten de landsgrenzen uit en tekende hij bij met een specifiek doel bij Heracles Almelo. “Het leek mij een goede kans om bij Heracles nog een jaar op het middenveld te voetballen. Bij FC Groningen speelde ik veelal als linksback of als centrale verdediger, maar ik ben van nature een middenvelder.”

Na één seizoen bij Heracles Almelo had zijn zaakwaarnemer goed nieuws: een stap naar het buitenland kan gerealiseerd worden. “Ik had zelfs nog andere opties om ergens te tekenen, maar dit sprak mij het meeste aan. Ik was nog nooit in Boedapest geweest, maar ik had wel wat foto’s gezien en mijn zaakwaarnemer gaf ook aan dat het mooie stad is. Het plaatje klopt volledig voor mij.”

Moderne club
Zo kwam Van Nieff terecht in een nieuwe omgeving bij een nieuwe club. Puskás Akadémia werd in 2005 opgericht, waardoor de faciliteiten modern en van hoge kwaliteit zijn. “We hebben acht trainingsvelden: vier normale velden, twee kunstgrasvelden en twee verwarmde velden. Daarnaast hebben we een wellness in het stadion en nog twee warming-upkamers. De faciliteiten zijn super, waardoor je je alleen druk hoeft te maken over wat er op het veld gebeurt. De club is heel familiair. Als ik iets wil hebben, kan ik bij de technisch directeur binnenstappen en vragen of er iets mogelijk is.” Dat gevoel doet hem terugdenken aan zijn periode in Nederland, waar ze met het team altijd samen aten en de deuren van het kantoor altijd open stonden.

Toch heeft een nieuwe, pas opgerichte club ook nadelen. “De club zit in een dorpje van 1650 inwoners (Felcsút, red.), net buiten Boedapest. Ons stadion is gebouwd voor 3500 personen, dus zelfs als het hele dorp er zou zijn, is de helft nog leeg.” Het stadion is voornamelijk gevuld met inwoners van Felcsút en van de omliggende dorpen. “Soms komt de helft van de dorpelingen niet eens kijken, waardoor we het stadion niet vaak vol hebben.” Alleen in de topwedstrijden zit de Pancho Arena, het stadion van Puskás Akadémia, vol. Het voornamelijk lege stadion staat in groot contrast met wedstrijden van bijvoorbeeld Ferencváros, waar – zelfs in deze tijden – veel publiek op de tribune zit. Sinds de hervatting van de competitie zijn de wedstrijden in Hongarije weer open voor publiek, iets waar Van Nieff veel waarde aan hecht. “Wij speelden thuiswedstrijden vaak al voor weinig publiek, maar het is fijn om bij uitwedstrijden weer publiek te hebben. In een nagenoeg leeg stadion moet je jezelf motiveren, omdat je niet dat extra zetje van de fans krijgt.”

Luciano Slagveer
Op het moment dat Van Nieff naar Hongarije vertrekt, is hij de enige Nederlander in de selectie van Puskás Akadémia. “Ik vond het prettig dat er geen Nederlander of bekende bij was. In Nederland had ik bij een nieuwe club altijd wel iemand die ik kende. Ik wilde naar het buitenland om opnieuw te beginnen, om mezelf te laten zien en te bewijzen wat ik kan. Dan is het wel prettig dat écht alles nieuw is, zodat je helemaal opnieuw kan beginnen in een andere omgeving.”

Na een halfjaar kreeg Van Nieff een Nederlandse teamgenoot, toen Luciano Slagveer werd overgenomen van FC Emmen. “Ik vond het wel lekker dat Slagveer erbij kwam, zodat je dingen kan delen en weer je eigen taal kan spreken. Het hielp ook mee dat hij dezelfde voetbalvisie heeft, want dat is hier in Hongarije ook anders.” Van Nieff en Slagveer zijn vanaf het eerste moment vaak samen, omdat ze dezelfde zaakwaarnemer hebben en omdat Van Nieff vindt dat hij zijn landgenoot moet helpen. “Hij zat eerst in een hotel vlakbij de club. Twee weken later kwam zijn vriendin ook naar Hongarije. Toen hebben we ze opgevangen en hebben ze twee weken bij ons in huis geslapen. We zijn ook buiten het voetbal vaak samen, want de vriendinnen kunnen ook goed overweg met elkaar.”

voetbalzone

In zijn eerste seizoen heeft Van Nieff het prima naar zijn zin in de hoofdstad van Hongarije, zowel op het veld als daarbuiten. Op de vraag wat het meest bijzondere is dat hij tot nu toe heeft meegemaakt, heeft hij echter geen antwoord. Als hij het aan zijn vriendin vraagt, komt zij met een gevat antwoord: “Al je boetes misschien?” Lachend begint Van Nieff zijn verhaal. “Ze lopen hier achter op Nederland. Bij het parkeren moest ik in het begin nog bij een paaltje betalen.” Soms kon het met een app, maar dat lukte niet overal. “Ik heb nu pas een vignet gekregen zodat ik gratis kan parkeren in de straat. Als je een boete krijgt, moet je vaak nog naar het postkantoor om daar je boete te betalen.” De digitale mogelijkheid om te betalen is er wel, maar deze is onduidelijk, zeker voor een buitenstaander.

Creativiteit
Het voetbal in Hongarije verschilt veel van het Nederlandse voetbal, merkt Van Nieff. “In Nederland is het een stuk tactischer en heeft het voetbal meer structuur. In het begin was het hier echt een chaos. Ze zijn hier heel creatief.” Die creativiteit ondervindt Van Nieff niet alleen op het voetbalveld, maar ook in het verkeer. Er gelden dezelfde regels als in Nederland, maar deze worden minder strikt nageleefd in Hongarije. “Of je nou links of rechts inhaalt, of zelfs als je slalomt: ze doen hier niet zo moeilijk. Ik weet ook nog steeds niet welk voertuig voorrang heeft op een kruispunt. Het voertuig dat van rechts komt, heeft hier namelijk niet altijd voorrang. Het is gewoon kijken wie als eerste gaat en daarop aanpassen.”

De grootste club van Hongarije is Ferencváros. “Ze speelden afgelopen seizoen ook in de groepsfase van de Europa League.” In Nederland zullen we die club voornamelijk kennen van de wedstrijden in de Europa League tegen Go Ahead Eagles in het seizoen 2015/16. “Wij speelden met Puskás Akadémia tegen Ferencváros en kwamen met 2-0 achter, maar bogen het terug naar een gelijkspel. Dat je met elkaar de kracht hebt om een goed resultaat neer te zetten is fijn.” Het niveau van de Hongaarse competitie ligt volgens Van Nieff lager dan dat in de Eredivisie. “De top vijf is vergelijkbaar met het gemiddelde niveau van de Eredivisie. De onderste teams zitten tussen de Eredivisie en de Keuken Kampioen Divisie in. Ik denk dat een middenmoter in Nederland hier kampioen zou kunnen worden, zeker op basis van de tactische gedachte.”

voetbalzone

De teams in de onderste regionen van de competitie proberen in Hongarije vaak niet te voetballen. “In Nederland heeft iedere club intenties om te voetballen. Hier heb je ploegen die de bus parkeren en loeren op de counter. Ze vinden het hier niet erg om de bal lang te spelen en op de tweede bal te voetballen. Dat is een groot verschil met Nederland.”

In Hongarije beleefde Van Nieff zijn grootste winstpartij ooit in een officiële wedstrijd. In een bekerwedstrijd bij het nietige Maglódi TC won de ploeg van Van Nieff met 0-15, waarin de middenvelder zelf zijn eerste doelpunt voor de club maakte. “Hier is het zo dat je in de beker begint tegen amateurteams en zo opwerkt naar betere teams en profclubs. Die 0-15 was natuurlijk goed voor het vertrouwen, maar je speelt wel tegen de amateurs.” Met nog enkele wedstrijden voor de boeg staat Puskás Akadémia op een gedeelde derde plaats. “De doelstelling in het begin was om in de top vijf te eindigen, maar die hebben we gedurende het seizoen naar boven bijgesteld.” Een plek bij de top drie werd de nieuwe doelstelling, aangezien daar Europees voetbal aan verbonden zit. “Dat zou de kers op de taart zijn.”