‘Als je drie keer niet scoort, begint het gezeik van de buitenwereld’
Bas Dost beleefde een even sterk als merkwaardig seizoen bij VfL Wolfsburg. Tot de winterstop maakte de spits drie doelpunten in elf wedstrijden en kreeg hij niet vaak écht de kans voorin. Na de jaarwisseling veranderde echter alles en scoorde Dost plotseling dertien keer in acht wedstrijden. Hij werd ineens een sensatie en kreeg de bijnaam Wolfsburger Tormaschine van de Duitse pers.
Dat de doelpuntenregen opdroogde, was ook opmerkelijk. Op 4 maart bleef Dost droog staan tegen Red Bull Leipzig en vervolgens wist hij het net ook niet te vinden in de elf wedstrijden die volgden in de competitie, DFB-Pokal en Europa League. In de interlands tegen Turkije en Spanje bleef de lange aanvaller eveneens verstoken van een doelpunt. “Als ik er niks van gebakken had, was ik niet opgesteld”, blikt Dost terug in het Algemeen Dagblad.
“Maar ik speelde in die periode veel. En goed ook. Je merkte alleen wel dat de trainers van de tegenpartij tegen hun verdedigers hadden gezegd: ‘Die gozer in het midden moet je goed dekken’. In Duitsland wordt veel beter verdedigd dan in Nederland. Niet voor niets heeft de topscorer van de Bundesliga maar negentien goals gemaakt”, zegt Dost, daarmee doelend op Eintracht Frankfurt-aanvaller Alexander Meier. Die bleef Robert Lewandowski en Arjen Robben voor, die er ieder zeventien maakten.
Dost, die bleef steken op zestien stuks, liep soms met frustraties rond. Niet alleen omdat hij meer speeltijd wilde in de eerste seizoenshelft, maar ook omdat er steeds weer kritiek doorklonk. De nuchtere aanvaller memoreerde al tijdens zijn productieve reeks dat hij ineens de hemel werd ingeprezen, terwijl hij feitelijk niets anders deed dan voorheen. Het betaalde zich alleen meer uit. “Als je drie keer niet scoort, begint het gezeik van de buitenwereld. Dat heeft me wel geërgerd, al heb ik er ook niet van wakker gelegen”, zegt Dost.