‘Als ik Martínez kopstoot geef, weten jullie dat we voor andere aanpak gaan’
Engeland treft donderdagavond België in zijn laatste groepswedstrijd op het WK en de twee landen gaan samen met zes punten aan kop in Groep G. Doordat een tweede plek in de poule mogelijk een eenvoudigere route biedt in het restant van het toernooi, wordt er in beide kampen gespeculeerd over hoe het wellicht beter zou zijn om het duel te verliezen. Bondscoach Gareth Southgate is echter niet van plan om zich hierdoor te laten leiden.
“We denken dat we wedstrijden moeten blijven winnen en we willen een mentaliteit in het elftal kweken waarbij iedereen constant wil winnen. We hebben sinds 2006 geen knockout-wedstrijd meer gewonnen op een WK, dus ik snap niet helemaal waarom we nu plannen maken voor een gunstigere route naar de halve finale”, legde hij uit tijdens een perspraatje. “Ik denk dat het allerbelangrijkste is dat wij nu een team bouwen waarvan iedereen kan zien dat zij met passie voor Engeland spelen en elke keer als ze het veld op stappen willen winnen.”
Engeland en de Rode Duivels staan momenteel gelijk in punten, doelsaldo en het aantal gemaakte goals en bij een gelijkspel komt mogelijk het Fair Play-klassement als beslissende factor om de hoek kijken. Southgate is echter niet van plan om zijn spelers te instrueren gele kaarten te pakken om op een tweede plek te eindigen: “Als ik Roberto Martínez in de laatste vijf minuten een kopstoot geef, weten jullie dat we wellicht voor een andere aanpak hebben gekozen”, knipoogde hij.
“We hebben het altijd met onze spelers over de discipline op het veld en over het vermijden van het weggeven van onnodige vrije trappen. Een onderdeel van die discipline is om te zorgen dat we zo min mogelijk gele kaarten krijgen, zodat spelers in toekomstige wedstrijden inzetbaar zijn. Wij willen winnen, dat zou betekenen dat we eerste worden in de groep en dat we dan tegen wat voor tegenstander dan ook moeten spelen. We proberen die winnaarsmentaliteit erin te slijpen en ik kan me niet voorstellen dat ik met de spelers over iets anders zou praten.”