‘Als ik de kinderen naar school breng, word ik er nog op aangesproken’
Wouter Gudde heeft tekst en uitleg gegeven bij de huidige gang van zaken bij FC Groningen. De Trots van het Noorden beleeft tot dusver sportief gezien een dramatisch seizoen en staat met twaalf punten slechts één punt boven de degradatiestreep. Volgens Gudde, die zelfs bij het naar school brengen van zijn kinderen wordt aangesproken op de malaise, is het echter niet terecht dat de intentie wordt gewekt dat de club niet druk genoeg zou zijn met het halen van versterkingen.
Gudde snapt dat er prestaties geëist worden van de supporters. "Dat is ook terecht. De druk is ook terecht, we leven in een topsportomgeving. Daar moeten we mee om leren gaan. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat dat gaat lukken. We hadden ons een aantal dingen voorgenomen. We wilden directe versterkingen zoeken, ondanks dat we wisten dat dit niet de makkelijkste window is. Ook ik had gehoopt dat we daar verder in waren geweest, maar de suggestie wordt gewekt dat wij de urgentie niet zien en dat wij niet dag en nacht met man en macht aan het werk zijn om die versterking te vinden. Dat is absoluut niet waar", aldus de algemeen directeur.
"Wij doen er alles aan om het elftal te versterken. Liever vandaag dan morgen, maar de keuze moet wel goed zijn", gaat Gudde verder. "De markt waarin wij zoeken is geen makkelijke markt. Je hebt een markt met talenten, maar daar hebben we er genoeg van. We hebben genoeg jongens die goed genoeg kunnen voetballen. In de markt markt met spelers die je direct beter maken zijn wij nooit de enige. Daar hebben we altijd concurrentie. Die concurrenten komen uit het buitenland, waar ze vaak meer kunnen betalen. Wij hebben niet de behoefte aan een extra speler. Wij hebben behoefte aan een speler die ons direct beter maakt."
Gudde erkent zich zorgen te maken. "Wij staan niet voor niks op de plek waar we nu staan. Er is op dit moment ook geen lange termijn, er is een korte termijn. Wij moeten resultaat halen om daar weg te komen. Het doet mij ook heel veel. Ik stap binnen als directeur en niet als supporter, maar ik voel me inmiddels geen directeur meer. Je voelt je enorm verantwoordelijk en ik zit er ergens tussenin. Dat voelt heel moeizaam. Waar je ook loopt, of ik de kinderen naar school breng of thuis ben, het gaat alleen maar hier over. Dat tekent hoe de club leeft, maar in mindere tijden zijn dat niet de leukste tijden om mee te maken."