voetbalzone

‘Als Feyenoord ballen had getoond, had dat een succes geworden’

Chris Meijer03 apr 2021, 10:31
Laatst bijgewerkt: 03 apr 2021, 10:31
Advertentie

Als het aan Mike Snoei had gelegen, had Feyenoord Jerdy Schouten anderhalf jaar geleden opgepikt bij Excelsior. De huidige trainer van De Graafschap werkte bij Telstar samen met de 24-jarige middenvelder, die uiteindelijk naar Bologna verkaste. Schouten bekent zelf dat hij op jonge leeftijd Feyenoord-fan was en begrijpt dat zijn naam gelinkt werd aan de Rotterdammers, maar stelt tegelijkertijd dat een stap richting De Kuip nooit aan de orde is geweest.

“Ik vergeleek hem altijd met Willem van Hanegem. Die was ook niet snel, maar had wel een geweldig inzicht en tactisch vernuft. Ik had hem daarom ook graag bij Feyenoord gezien. Daar vind ik hem ook passen, met dat karakter van hem. Als Feyenoord de stoute schoenen had aangetrokken, ballen had getoond, had dat een succes geworden”, zegt Snoei in gesprek met RTV Rijnmond. Schouten, jeugdproduct van ADO Den Haag en via Telstar bij Excelsior terechtgekomen, kreeg voordat hij Bologna vertrok ook geregeld vragen over Feyenoord.

“Van ‘je moet daarheen, of je moet daarheen’. Als speler van Excelsior was het alleen maar leuk om aan zulke clubs gelinkt te worden. Ik voelde me wel gevleid”, stelt Schouten in gesprek met de omroep. “Op jonge leeftijd was ik wel een Feyenoord-fan. Dat waren al m'n vriendjes toen ook, dus ik had weinig keuze. Maar dat veranderde al snel. Toen ik in de jeugd van ADO Den Haag voetbalde, had ik eigenlijk geen favoriete club meer.”

Schouten heeft echter nooit wat van zijn zaakwaarnemer gehoord over Feyenoord. “Maar dat mensen ervan uit gingen dat ik voor Feyenoord was omdat ik in de buurt woonde, kon ik wel begrijpen”, erkent de middenvelder. Verschillende Italiaanse clubs - waarvan Genoa, Atalanta en Bologna het meest concreet waren - toonden wél belangstelling. “Blijkbaar beviel mijn profiel in Italië. Tijdens mijn gesprek met de directie (van Bologna, red.) vroeg ik hoe zij mij zagen als voetballer. Ze noemden mijn goede punten, maar vertelden ook waarin ik me kon verbeteren. Zo zag ik mezelf precies. Dat vond ik echt belangrijk. Zij wisten dus echt wat en wie ze binnenhaalden. Dat overtuigde me.”