‘Alleen voor Ajax zou ik terug willen keren naar de Eredivisie’
ANTALYA - Antalyaspor liep vorig seizoen op een haar na Europees voetbal mis, want De Schorpioenen finishten achter Besiktas, Medipol Basaksehir, Fenerbahçe en Galatasaray op de vijfde plaats. De club hoopte zich dit jaar alsnog te plaatsen voor de Europa League en om die ambitie kracht bij te zetten, werden spelers als William Vainqueur, Jérémy Ménez, Sandro, Johan Djourou en Samir Nasri gecontracteerd. Antalyaspor begon echter zwak aan het seizoen en is inmiddels terug te vinden op de dertiende plaats, drie punten boven de degradatiestreep.
Door Gijs Freriks
Schulden
Dat het contrast met vorig seizoen levensgroot is, bleek vorige week maandag wel. Antalyaspor ging met 3-0 onderuit tegen Galatasaray, terwijl men vorig seizoen na 34 speelronden slechts zes punten minder pakte dan de huidige koploper van de Süper Lig. Inmiddels zijn spelers als Ménez, Sandro en Nasri vertrokken en voetbalt ook aanvoerder annex topscorer Samuel Eto’o niet langer in de Antalya Arena. Naast sportieve zijn er ook financiële zorgen, want Antalyaspor maakte in januari op een vergadering bekend dat de schuld is opgelopen tot 50,7 miljoen euro. De nieuwe voorzitter Cihan Bulut moet de club in rustig vaarwater zien te krijgen, maar daarvoor lijkt het wel noodzakelijk dat Antalyaspor behouden blijft voor het hoogste niveau.
Een van de spelers die Antalyaspor daarbij moet helpen, is Moestafa El Kabir. Deze 29-jarige aanvaller tekende een jaar geleden een contract tot medio 2019 bij de roodhemden en is in de regel basisspeler bij het team van trainer Hamza Hamzaoglu. Tegen Galatasaray zat hij echter niet in de selectie en ook afgelopen weekeinde tegen Kayserispor (2-1 winst) kwam de geboren Marokkaan niet in actie. “Waarom? Dat is iets tussen mij en de club, dat is voor de buitenwereld niet zo belangrijk. Het is een keuze van de trainer, want hij is verantwoordelijk voor de opstelling. Ik hoop dat ik tegen Osmanlispor weer meedoe, want ik wil altijd spelen en doe mijn best op de trainingen. En dan zullen we wel zien of ik mag spelen of niet.”
Wat merk je van de financiële problemen van Antalyaspor?
“Behoorlijk wat, want de spelers hebben nog niet alles uitbetaald gekregen aan salaris en premies. Het gaat niet om kleine bedragen, vandaar dat het voor de club ook moeilijk is om uit de huidige situatie te komen. De bond keert per overwinning geld uit en als we winnen, komt er dus weer geld in het laatje en kan de club even ademhalen. Maar als voetballers moeten we gewoon professioneel blijven en niet te veel over de financiën nadenken. We moeten de club uit het slop proberen te trekken en dat kan alleen door goede resultaten te behalen.”
“Als we goed presteren, dan komen er misschien ook weer sponsoren die zich meer bereidwillig tonen om de portemonnee te trekken. Als je alleen maar loopt te verliezen, dan zijn zij daar natuurlijk niet happig op. Het heeft allemaal effect op elkaar. We moeten zorgen dat we dat negatieve effect omzetten in een positief effect en dat we uiteindelijk betaald krijgen waar we recht op hebben, daar ben ik zeker van. We hebben allemaal een contract.”
Hoe heeft de schuldenberg zo hoog op kunnen lopen?
“We hadden een voorzitter die miljardair was, Ali Safak Öztürk. Hij verliet de club maar waarom wist niet iedereen. Vervolgens werd het voor de club een probleem om de salariskosten te betalen, want ze hadden veel grote spelers op de loonlijst staan. Wat er onder de nieuwe voorzitter veranderd is? In principe weinig: er zijn wat spelers vertrokken en er zijn twee spelers gehaald. Maar er zijn nog altijd achterstallige betalingen. Het belangrijkste is echter dat we wedstrijden gaan winnen, dat we de club brengen naar waar die thuishoort.”
Een van die grote spelers was Eto’o. Hoe was het om met hem te voetballen?
“Hij is voor de meesten een wereldster, maar voor mij was hij gewoon een teamgenoot. Daar blijf ik vrij nuchter in. Een goede afmaker voor het doel, al was het soms wel lastig om met hem te spelen. Hij weet het namelijk altijd beter dan anderen en pretendeert soms het voetbal te hebben uitgevonden. Dat was best moeilijk, maar we hebben in het eerste jaar succesvol gepresteerd. We werden vijfde, maar dit jaar liep het minder. Dan komen er ook onderlinge irritaties en kom je met z’n allen in een negatieve spiraal terecht. Eto’o was voor mij gewoon een van de jongens met wie ik samenspeelde, al was hij natuurlijk in zijn hoogtijdagen wel een topvoetballer en een heel goede prof. Hij is en blijft een grote naam. Maar als je zo’n grote naam hebt als hij, dan wil je niet op je geld moeten wachten. Hij had bovendien een fors salaris dat op de begroting drukte en dus heeft hij eieren voor zijn geld gekozen. Gouden eieren, want ik neem aan dat hij een goed contract heeft kunnen tekenen bij Konyaspor.”
Zelf hoeft El Kabir zich ook geen zorgen te maken over zijn financiële situatie. Hij speelde de afgelopen jaren voor Al-Ahli, Gençlerbirligi en Sagan Tosu en bij laatstgenoemde club tekende hij een contract dat volgens Fotbollskanalen meer dan drie miljoen euro aan salaris waard was. “Het was echt een heel mooie ervaring: een andere cultuur, een andere manier van leven en heel veel lieve en respectvolle mensen. Het voetbal was er heel technisch, snel en van een behoorlijk goed niveau. Maar op een gegeven moment moet je keuzes maken in je carrière en ik koos voor het project van Antalyaspor. Dat pakte met de vijfde plaats in het eerste seizoen goed uit, maar nu wat minder, helaas.” El Kabir speelde slechts acht officiële wedstrijden voor de club uit Japan.
De voormalig jeugdspeler van onder meer Ajax was juist uit Turkije vertrokken omdat hij zich er niet meer prettig voelde na de staatsgreep van 15 juli 2016. In een interview met FOX Sports sprak hij van ‘een heel nare ervaring’: “Ik heb helikopters zien schieten en bommen zien vallen, op nog geen twee kilometer afstand. Bijna in mijn achtertuin. Mijn hart ging sneller kloppen. Probeer maar eens rustig te blijven in zo’n situatie. Ik heb alles vanaf de tv gevolgd en de hele nacht geen oog dichtgedaan (…) Er zijn eerder aanslagen geweest in Ankara en daar schrik je van. Nu kwam het allemaal net iets te dichtbij. Er waren meer redenen waarom ik wilde vertrekken, maar dit was de druppel die de emmer deed overlopen”, zei hij. El Kabir liet zijn contract ontbinden en tekende bij Sagan Tosu.
Waarom koos je er dan toch voor om weer terug te keren naar Turkije?
“Het was weer rustiger geworden in Turkije. Vóór alle toestanden in Ankara heb ik een heel fijne tijd gehad in Turkije, een goede periode qua statistieken en voetbal. Bij Antalyaspor kreeg ik eenzelfde contract aangeboden als ik in Japan had, dus toen was de keuze snel gemaakt. Ik kon op een mooie plaats voetballen, waar de zon altijd schijnt, in een nieuw stadion, op een modern trainingscomplex en bovendien had de club grote plannen en haalde men grote namen. Ik wilde wel meewerken aan zo’n project. Bovendien vond ik het ook fijn om dichter bij mijn familie te zijn in Amsterdam.”
“De trainer en directeur van Antalyaspor wilden mij graag hebben en het hele plaatje klopte gewoon: het project, de locatie, het financiële plaatje. Het is hier nu 19 graden in februari. Dat zijn ook dingen die mee hebben gespeeld. Ik speelde in Japan niet in een topteam. Het was een leuke ervaring en je verdient er aardig wat mee, maar daar houdt het ook wel bij op. Ik ben uiteindelijk ook voor de sportieve component gegaan en ben er nooit vies van geweest om mijn koffers te pakken. Antalyaspor was een topteam in the making, al is dat er uiteindelijk niet helemaal van gekomen. Maar ik heb er geen spijt van.”
Zogezegd speelde El Kabir in de jeugd van Ajax en vervolgens kwam hij uit voor Feyenoord, FC Utrecht en NEC. Hij maakte in november 2008 in de uitwedstrijd tegen NAC Breda zijn debuut in het profvoetbal en kwam er tot één treffer in 26 officiële wedstrijden. Met NEC won El Kabir in de UEFA Cup van Dinamo Boekarest, Spartak Moskou en Udinese. “Het was een heel leerzame periode. Ik heb mooie momenten meegemaakt bij NEC en heb met grote en goede voetballers gespeeld. Ik heb er vrienden voor het leven gemaakt. Naast positieve zaten er echter ook negatieve kanten aan mijn tijd bij NEC.” El Kabir doelt onder meer op het feit dat hij meermaals disciplinair werd gestraft vanwege ‘overgewicht’.
“Ik ben forser gebouwd dan andere spelers. Bij NEC had ik een keer een vetpercentage dat één procent te hoog was. Vervolgens hebben ze mij in de media zwartgemaakt en dan kom je moeilijk van zo’n imago af. Niet dat het me wat boeit, overigens. We zijn nu vele jaren verder en ik ben een paar miljoen euro’s rijker, dus een heel negatieve impact op mijn carrière heeft het nou ook weer niet gehad”, aldus El Kabir, die het ergens wel jammer vindt dat hij nooit helemaal is doorgebroken in De Goffert. “Bij de beloften schoot ik ze er blind in, maar in het eerste elftal wilde het niet vlotten. Je moet gewoon presteren op het veld en dat deed ik te weinig. Daarnaast stelde ik mij in sommige situaties ook niet altijd even slim op.”
“Ik was een broekie en kwam net kijken bij het eerste, maar beet altijd van me af. Als er iets negatiefs over mij werd gezegd of ik vond iets onterecht, dan beet ik van me af in plaats van dat ik de kritiek gewoon slikte. Nu zou ik dat op een andere manier hebben aangepakt.” El Kabir speelde bij NEC samen met voetballers als Jeremain Lens en Lasse Schöne, die beiden uitgroeiden tot gerespecteerde spelers in het internationale topvoetbal. Lens kwam uit voor Dynamo Kiev, Sunderland, Fenerbahçe en Besiktas en Schöne is al jaren een gewaardeerde kracht bij Ajax. Het verrast El Kabir niet dat Schöne het zo ver heeft geschopt, zo vertelt hij: “Nee, want bij NEC was hij ook al heel goed en stabiel. Ik ben heel blij met hoe hij zich ontwikkeld heeft en heb altijd met heel veel plezier met hem samengespeeld.”
Over Ajax gesproken: je hebt eens gezegd dat dat jouw droomclub is.
“Ik heb in de jeugd van Ajax gespeeld en zal de club altijd blijven volgen. Of ik de ambitie heb om daar ooit te voetballen? Nou, ik heb ooit gezegd dat ik alleen voor Ajax wil terugkeren naar de Nederlandse competitie. Ik denk eerlijk gezegd niet dat Ajax mijn huidige salaris kan betalen, maar ik zou er zelfs salaris voor inleveren om daar te kunnen spelen. Of het reëel is dat ik op een dag een belletje krijg van Ajax? Misschien pleeg ik zelf wel een telefoontje, haha. Misschien dat dat beter werkt. In het voetbal weet je het nooit, maar ik focus mij nu op Antalyaspor. We zullen zien waar het schip strandt en mocht ik ooit bij Ajax terechtkomen, dan zij het zo. Lukt dat niet, even goede vrienden.”
Tot slot: wat zijn je ambities op interlandgebied met Marokko?
“Ik ben twee keer uitgenodigd voor de nationale ploeg. Toen ik bij Cagliari speelde, werd ik uitgenodigd door Eric Gerets, maar helaas raakte ik geblesseerd en kon ik niet meedoen. En twee jaar geleden zat ik bij de selectie voor de WK-kwalificatiewedstrijden tegen Equatoriaal-Guinea, maar toen heb ik helaas geen minuten mogen maken. Het was wel een mooie ervaring dat ik erbij zat. De ambitie is er wel om voor Marokko te spelen, want wie zou niet voor zijn vaderland willen voetballen? Ik ben een trotse Marokkaan, maar je moet ook realistisch zijn. In de vorm waarin wij nu met Antalyaspor steken, is het moeilijk om uit te blinken om een kans te maken voor de Marokkaanse ploeg. Ik moet goed presteren bij Antalyaspor en er is hier genoeg werk te doen. Als ik dat doe, dan komt de nationale ploeg hopelijk vanzelf wel.”