‘Ali B belde me na zes wedstrijden en zei: ‘Galatasaray is jou aan het volgen’’
Nederlandse profvoetballers zijn in alle uithoeken van de wereld te vinden, van de spotlights van de grote Europese competities tot de meer avontuurlijke dienstverbanden op andere continenten. In de rubriek Over de Grens spreekt Voetbalzone wekelijks met een speler die buiten de landsgrenzen actief is. Met deze keer aandacht voor Brahim Darri, die dankzij rapper en zaakwaarnemer Ali B terechtkwam bij de Turkse eerstedivisionist Fatih Karagümrük en daar op koers ligt om snel een stap hogerop te zetten.
Door Chris Meijer
Tegen het einde van het gesprek doet Darri lachend een ontboezeming. “Marokkanen gaan me dit misschien niet in dank afnemen. Heel lang dacht ik dat er niks boven Marrakesh ging. Maar Istanbul kan er toch wel aan tippen”, vertelt de 25-jarige vleugelaanvaller. Hij begint vervolgens een ware lofzang over de Turkse metropool, die sinds afgelopen zomer zijn thuis is nadat hij NEC Nijmegen verruilde voor Fatih Karagümrük. “Het is een stad die nooit slaapt, dit is echt een wereldstad. Het voetbal leeft hier echt enorm. Als ik hier in een taxi stap, vragen ze waar je vandaan komt. Op het moment dat ik dan Amsterdam zeg, is het: ‘Oh, Wesley Sneijder!’ Er wonen alleen in Istanbul meer mensen dan in heel Nederland, ik sta iedere dag in de file. De stad heeft ook wel meegespeeld in mijn keuze, het is echt fantastisch. Ik had er al moeite mee om Amersfoort te verlaten voor Almelo, wat moest van Heracles. Istanbul heeft aan al mijn eisen voldaan, ik ben er super content mee. Istanbul is zo groot, er zijn genoeg plekken waar ik gewoon over straat kan. Maar als ik in de wijk Fatih loop, wil iedereen op de foto of word ik naar binnen getrokken voor een koffietje.”
In de stad die gedomineerd wordt door grootmachten Galatasaray, Besiktas en Fenerbahçe, heeft de wijk Fatih een status aparte. Het district aan de boorden van de Bospurus is het domein van Fatih Karagümrük, de uitermate ambitieuze werkgever van Darri. Toch moet hij in alle eerlijkheid bekennen dat hij tot afgelopen zomer nog nooit van de club had gehoord. “Ik heb het Turks voetbal wel met een schuin oog gevolgd, toen Sneijder en Van Persie hier voetbalden. Maar van het bestaan van deze club had ik nog nooit gehoord, eerlijk gezegd”, bekent Darri. Zelfs bij de meest doorgewinterde voetbalfans zal de naam Fatih Karagümrük niet direct een belletje doen rinkelen, maar daar moet op korte termijn verandering in komen. Onder het bewind van president Süleyman Hurma, die in het verleden ook actief was bij Kayserispor, moeten spoedig de Turkse grootmachten richting het karakteristieke Vefa Stadion komen. Fatih Karagümrük promoveerde vorig seizoen naar de TFF 1.Lig en deed daar dit seizoen met Darri in de gelederen volop mee in de strijd om een ticket voor de Süper Lig.
Zijn die ambities duidelijk te voelen bij de club?
“Ik had in eerste instantie zoiets van: de tweede league in Turkije, moet ik daar naartoe? Ik heb mezelf als speler best wel hoog zitten. In het eerste gesprek was de president direct zo duidelijk, hij zei: ‘We moeten kampioen worden, we moeten naar de Süper Lig en dat gaan we halen’. In het hotel waar ik sliep, zag ik iedere dag nieuwe spelers komen. De president betaalt de salarissen uit eigen zak, zonder sponsor. Hij is heel betrokken, komt geregeld de kleedkamer in. De president heeft er ook een vermogen in gestoken, dat houd je niet voor ogen. Dat kan je niet doen als je niet ambitieus bent.”
Sluit dat aan op je persoonlijke ambities?
“Mensen denken misschien: ‘Oh, hij speelt op het tweede niveau van Turkije en is misschien vakantie aan het vieren’. Nee, echt niet. Ik wil Nederland niet tekort doen, maar de beleving is ook bizar. Ik heb bij Heracles voor fantastisch fanatiek publiek gespeeld, in een vol stadion, daar passen vier keer zoveel mensen in als bij Fatih Karagümrük. Maar ze maken hier minstens zoveel lawaai, omdat ze zó fanatiek zijn. Het is af en toe net een kleine Kuip.”
Er zitten iedere wedstrijd zesduizend bloedfanatieke supporters op de tribune en de club staat bekend om de aanhang. Dat is dus niet tegengevallen?
“Je komt als tegenstander niet graag op bezoek bij ons. De families zitten ook achter het doel, omdat het te riskant is om op de lange zijde te zitten. Dus kan je nagaan, het leeft enorm. Ik heb hier een chauffeur, die me dan met een busje komt halen bij het stadion. Als ik een goede pot heb gespeeld, is er voor mij gewoon geen doorkomen aan. Dan moeten echt zes of zeven beveiligers me begeleiden. Het is normaal dat ze een foto of handtekening willen, maar ze laten gewoon niet los. Je moet het een beetje zien als de verkopers in souvenirwinkels in Turkije, die laten ook niet los. We moeten een dag voor iedere wedstrijd in een hotel, of we nu uit of thuis spelen. Dan komen de fans daar ook naartoe, om ons uit de kamer te roepen en gelukscakejes te brengen.”
Het avontuur in Istanbul vormt voor Darri een nieuw begin in zijn carrière. In de jeugdopleiding van Vitesse stond hij te boek als groot talent, waardoor hij in verschillende jeugdelftallen van Oranje speelde. Van een definitieve doorbraak bij Vitesse kwam het echter nooit. “Ik zag al mijn leeftijdsgenoten, Memphis Depay, Terence Kongolo, Jetro Willems, spelen en ik deed dat niet bij Vitesse. Ik had zoiets van: ik zit bij het nationale jeugdteam en verdien ook mijn kans. Ik vond het onbegrijpelijk dat ik niet ben doorgebroken bij Vitesse, ik was destijds topscorer van de beloftencompetitie samen met Jürgen Locadia. Ik kreeg mijn kans niet en vanuit mijn omgeving gingen mensen ook zeggen: ‘Waarom speel je niet? Je doet het toch zo goed?’ Als jonge jongen word je helemaal gek gemaakt. Bij Vitesse kregen de huurlingen van Chelsea nu eenmaal voorrang, waardoor ik besloten heb om verder te gaan”, legt Darri uit. Na een halfjaar op huurbasis bij De Graafschap te hebben gespeeld, verliet hij Vitesse in januari 2015 definitief voor Heracles Almelo.
Bij Heracles beleefde Darri zijn doorbraak in het profvoetbal, maar raakte hij ook verschillende keren in opspraak wegens ‘ontoelaatbaar gedrag’. Een toevallig tot stand gekomen gesprek met rapper Ali B drukte hem in die tijd met zijn neus op de feiten. “Hij stuurde me een berichtje op Instagram, waarin hij schreef dat hij me wilde spreken. We hebben een gesprek gevoerd en hij heeft me heel veel levensadviezen gegeven, nog niet eens als manager. Toen gaf ik aan dat ik een goed gevoel bij hem had. ‘Oké, dan kunnen we een samenwerking starten’, antwoordde hij. Dat hebben we gedaan en in de prestaties zie je het nog niet direct, want ik ben niet van Heracles naar Ajax gegaan. Maar we hebben wel heel veel progressie geboekt”, vertelt Darri over de samenwerking met zijn zaakwaarnemer. Hij is zelf overigens ook een begenadigd rapper en bracht al eens een nummer uit samen met Ali B.
Had jouw carrière anders gelopen als die ontmoeting met Ali B eerder had plaatsgevonden?
“Als ik Ali eerder ontmoet had, bijvoorbeeld in mijn Vitesse-tijd, had ik meer rust gehad. Sommige jongens zijn heel vroeg al volwassen. Ik weet nog dat ik bij Oranje Onder-17 met Memphis Depay op de kamer lag en dat hij zei dat hij op zijn achttiende al in het eerste elftal bij een Eredivisie-club móést spelen. Hij was er heel bewust mee bezig, dus volwassenheid is niet gebonden aan leeftijd. Ik ben me er relatief laat pas bewust van geworden en daar heeft Ali aan bijgedragen. We zijn bijvoorbeeld naar een sportpsycholoog gegaan. Niet dat ik het nu nodig heb, maar dat heeft me wel bewuster gemaakt. Hij is daar heel belangrijk in geweest en hij weet wat voor impact hij op mij heeft gehad. Sommige voetballers praten over hun manager als manager, maar hij is voor mij meer een mentor en grote broer. Hij is zo succesvol en het inspireert mij dat hij nóg succesvoller wil zijn. We bellen en appen regelmatig.”
Had je zonder hem ook de keuze gemaakt om naar Fatih Karagümrük te vertrekken, denk je? Ik kan me voorstellen dat een Serie A-club als Sassuolo ook wel aantrekkelijk is.
“Dat denk ik niet, nee. Hij zat toen volop in de Voice of Holland en kreeg op dat moment net zijn derde kind, maar hij heeft alles doen wijken. ‘Ik voel me zo betrokken, want dit kan echt de juiste keuze zijn’, zei hij. Toen hij dat zo zei, had ik zoiets van: ik moet op zijn woorden vertrouwen. Fatih Karagümrük was ook heel doortastend, het was meteen van: ‘Nu, tekenen’. Eigenlijk zou ik nog doorvliegen naar Italië, voor een gesprek met Sassuolo. Er was ook belangstelling vanuit Kroatië, maar na dat gesprek met Fatih Karagümrük had ik zoiets van: ik hoef nergens meer heen. Ik heb alles in orde gemaakt en heb hier getekend.”
Heeft de stap naar Turkije voorlopig uitgepakt zoals je verwacht of gehoopt had?
“Ik heb vooraf een heel goed gesprek gevoerd met Ali en hij is het meest kritisch. Hij zei: ‘Luister, hier heb je de grootste kans op een vervolgstap. Mensen denken dat je vanaf hier alleen naar de Süper Lig kan, maar dat is niet zo. Je kan vanaf hier overal naartoe. Misschien wordt Nederland lastig, maar je kan hele mooie stappen maken’. Ik houd van de show op het veld. Soms wordt er tegen me gezegd dat ik een actie leuker vind dan een doelpunt. Dat is niet zo, maar ik geniet er wel evenveel van en dat wil ik ook niet uit mijn spel halen. Je gaat een beetje kijken wat bij je past en Ali zei ook: ‘Met jouw speelstijl gaan ze echt van je houden’. Dat heb ik ook echt gemerkt, ik ben publiekslieveling. Ali kende de president nog van Kayserispor, waar Nordin Amrabat met hem samenwerkte. Amrabat zei: ‘Als hij jou aan de praat krijgt, ga je gewoon over de kop’. In de winterstop zei de president tegen me: ‘Je moet het gewoon de laatste maanden volhouden en dan ga je mooie stappen maken’. We hebben goede gesprekken en ze zijn tevreden, die erkenning is lekker. Dat je je goed voelt, scheelt voor een voetballer al negentig procent. Dit is de beste keuze in mijn leven geweest. Niet qua niveau of competitie, want dat is niet beter dan in de Eredivisie. Maar ik vind het geen stap terug, echt niet. Ik ben financieel vooruitgegaan en heb me enorm ontwikkeld als mens én speler.”
Had je die erkenning nodig na vorig seizoen? Je trok in de zomer van 2019 naar NEC Nijmegen, maar werd daar na een halfjaar uit de selectie gezet en maakte het seizoen af bij FC Den Bosch.
“Ik had een verschrikkelijk seizoen achter de rug. Na de laatste keer dat ik bij Heracles geschorst werd, had ik tegen mezelf gezegd: ‘Dit nooit meer’. Maar je bent jong en komt soms in bepaalde situaties terecht. Ik heb overwogen om in Nederland te blijven en mijn naam te herstellen, maar ik ben uiteindelijk toch voor het buitenland gegaan. Er was wel wat interesse vanuit de Eredivisie, maar ik had het gevoel dat Nederland een beetje klaar met me was. Andersom was dat ook zo. Ik had een schone lei nodig. In Nederland was het overal van: ‘Moeilijke jongen, dit of dat’. Iedereen kende de verhalen van Darri. Dat was lastig, ook met clubs.”
Baal je ervan dat je Nederland via de achterdeur hebt verlaten?
“Ja, zeker. Ik volg alles nog met een schuin oog en kijk naar mijn oude clubs of bepaalde spelers. Oussama Idrissi spreek ik nog veel en ik ben er heel trots op hoe hij aan het presteren is. Ik ben wel gaan denken: dat kon ik misschien ook. Ik weet nog dat ik heel goed begon bij Heracles, bijvoorbeeld de meeste succesvolle dribbels had samen met Amin Younes en Bertrand Traoré. De potentie was er, alleen de focus en de wind in de rug was er niet altijd. Ik raakte op verkeerde momenten geblesseerd, of deed verkeerde dingen. Dan kan je alleen het jezelf verwijten. Misschien kom ik ooit nog terug naar Nederland, de mensen weten wat voor speler ik ben en dat heb ik voor mezelf achtergelaten. Ik ben nog te jong om ergens spijt van te hebben.”
Darri is vastberaden om een omweg richting de top te nemen. In de 25 wedstrijden die hij voorlopig voor Fatih Karagümrük speelde, heeft hij razendsnel naam gemaakt in Turkije. “Ik kan me herinneren dat Ali me na zes wedstrijden belde en zei: ‘Galatasaray is jou aan het volgen. Normaal had ik het je niet willen zeggen, want ik wil niet dat je naast je schoenen gaat lopen. Maar dit is een bevestiging dat je goed bezig bent’. In de winterstop was er veel interesse, vanuit de Süper Lig en de Bundesliga. Ik ben goed op weg, ze zijn tevreden. Fatih Karagümrük wilde me in de winterstop voor geen goud kwijt, dus dat zegt ook wel iets. Het is moeilijk om hier een club te noemen, maar ik wil wel graag naar de top. Ik ben me ervan bewust dat het moet lukken, mijn ploeggenoten zeggen ook geregeld tegen me: ‘Garanty top Süper Lig’”, glundert Darri. Hij zal echter nog wel even geduld moeten hebben tot de jacht op promotie én een stap hogerop hervat kan worden.
Als een van de laatste competities ter wereld werd twee weken geleden ook het Turkse voetbal onderbroken, nadat er nog even zonder publiek werd gespeeld. “We waren als een van de weinige landen nog actief. Ik had contact met Lerin Duarte in Griekenland, Oussama Idrissi vanuit Nederland en overal lag het stil, behalve hier. Zij zeiden: ‘Hoe kunnen jullie doorgaan, zijn jullie gek ofzo?’ Maar de aantallen waren hier nog niet zo groot, Turkije is een groot land”, legt hij uit. Na nog een tijd te hebben doorgetraind in groepjes van vijf, zit Darri samen met hondje Simba inmiddels ‘opgesloten’ in zijn appartement in Istanbul. “Het nieuwe seizoen van La Casa de Papel is uitgekomen, gelukkig. Verder speel ik een beetje FIFA, maak ik muziek en train ik voor mezelf. De muren komen inmiddels wel op me af. Ik dacht vroeger dat ik als ik klaar zou zijn met voetballen, ik wel de hele dag niks zou kunnen doen. Dit is een bevestiging dat je een bezigheid moet hebben”, lacht hij. In de tussentijd blijft er nog tijd over om te dromen, over de hervatting van de competitie en de toekomst. “Eerst wil ik me focussen op dit seizoen en promotie, maar daarna zou ik wel verder willen kijken voor een transfer. Een goede transfer, waarmee ik echt verder kan komen. Ik droom zeker nog, van de Champions League en het Marokkaanse nationale team.”