Alderweireld: 'Bij Ajax had ik het niet moeilijk tegen Arnautovic'
België gaat dinsdagavond op jacht naar een tweede zege in vier dagen tijd. De Rode Duivels klopten vrijdag Kazachstan en willen de goede lijn nu graag doortrekken naar het vierde duel in de EK-kwalificatiereeks. Daarvoor zal wel Oostenrijk bedwongen moeten worden. Het Alpenland heeft in Marko Arnautovic een lepe spits, al is Toby Alderweireld niet bang van hem.
“In mijn eerste thuiswedstrijd voor Ajax was ik zijn directe tegenstander”, kijkt de jonge centrumverdediger terug in de tijd. “Ik heb toen niet zo’n moeilijke wedstrijd gehad, maar hij is echt een hele goede spits. Een type zoals Zlatan Ibrahimovic: sterk, snel, een goede techniek en ook de streken zoals Zlatan. We zullen hem scherp in de gaten moeten houden.” De Ajacied heeft zich voorgenomen de vaste rechtsachter te worden in het nationale team.
“Voor mijn carrière is de positie centraal het beste, maar bij de nationale ploeg wil ik graag de onbetwiste rechtsachter worden”, zegt Alderweireld in de Belgische media. “De positie is vrij en daar ligt voor mij het grootste potentieel. Bij mijn clubs heb ik er bijna nooit gespeeld. In Amsterdam kijken ze ook wel even raar op als ze zien dat ik op rechts sta. Maar als verdediger moet je sowieso over een totaalpakket beschikken. Deschacht, Lombaerts en Vermaelen. Ze kunnen toch ook allemaal op links spelen.”
Alderweireld beseft dat hij nog terreinwinst te boeken heeft op de positie rechts in de defensie. “In de details moet het nog veel beter. Tegen Kazachstan had ik het in het begin heel moeilijk. Ik kneep iets te veel naar binnen om rugdekking te geven en kwam daardoor altijd iets te laat bij mijn tegenstander. Na twintig minuten heb ik me aangepast, zoiets moet in de toekomst veel sneller gebeuren.” Van backs wordt verwacht dat ze ook aanvullende impulsen verzorgen.
Dat aspect spreekt Alderweireld, die negen interlands achter zijn naam heeft staan, zeker aan. “Ik heb een goed schot. Als centrale verdediger beperkt zich dat meestal tot lange ballen, op de flank ben je aanvallend iets vrijer. Het is alleen zaak dat je je momenten uitkiest. Je kan beter vijf keer gaan en de tegenstander verrassen, dan tien keer zodat het voorspelbaar wordt.”