Albanië én Servië claimen zege: 'Spelers zijn belaagd door veiligheidsmensen'
De verhitte ontmoeting tussen Servië en Albanië dreigt een lang staartje te krijgen. Het duel werd dinsdagavond na 41 minuten spelen bij een 0-0 stand gestaakt en de UEFA heeft al laten weten komende week donderdag uitspraak te zullen doen over de gevolgen voor beide landen. Beide bonden claimen echter recht te hebben op de zege. Zo zegt Ditmir Bushati, minister van Buitenlandse Zaken van Albanië, dat zijn spelers zelfs door het veiligheidspersoneel zijn aangevallen.
De bezoekers werden na het veelbesproken drone-incident aangevallen door Servische fans en vluchtten vervolgens naar binnen, waar zij dus opnieuw zouden zijn belaagd. "Gastvrijheid, een heilige eigenschap op de Balkan, is hier in een onsportieve en haatdragende sfeer vertrapt", foetert Bushati. "De Servische supporters riepen hatelijke en bedreigende dingen als: 'dood de Albanezen'. Ze kwamen zelfs dicht bij de VIP-plaatsen met Albanese gasten om dreigende taal te uiten."
Ondertussen claimt Servië een reglementaire 3-0 overwinning, omdat het de Albanezen waren die niet verder wilden spelen. "We gaan ervan uit dat het duel wordt omgezet in een reglementaire overwinning van 3-0 voor ons", stelt een woordvoerder van de Servische voetbalbond. De bond vindt dat het bezoekende land verantwoordelijk is voor de chaos, omdat de drone van Albanese komaf zou zijn geweest.
Als assistent van Dick Advocaat, bondscoach van de Serviërs, doet assistent Bert van Lingen in De Telegraaf verslag als ooggetuige. "Op de tribune was voldoende testosteron beschikbaar", zegt hij met gevoel voor understatement. "We hadden gehoord dat we weer zouden beginnen, maar toen bleek dat de Albanezen niet uit de kleedkamer wensten te komen. Die waren bang of misschien opgelegd bang. Als voetbalman kan ik zeggen: het was een rotavond."