Ajax stunt met Europese triomf op schatrijk City

Ajax heeft voor een grote verrassing gezorgd door Manchester City te verslaan in het derde groepsduel in de Champions League. Het team van Frank de Boer startte uitstekend, maar kreeg daarna de 0-1 om de oren van Samir Nasri. In plaats van zich te verliezen in de achterstand vermande Ajax zich en won het na goals van Siem de Jong, Niklas Moisander en Christian Eriksen (3-1). De eerste punten zijn nu binnen en winst in de return in Manchester kan de groep opengooien.

Ajax kreeg na een sterk begin, dat twintig minuten aanhield, pardoes een tik uitgedeeld. Het was de boetedoening voor matig verdedigen aan de rechterkant, waar Ricardo van Rhijn een ogenblik niet op zijn tegenstander Nasri lette. De vrijstaande Fransman kreeg de bal na een individuele actie van Gareth Barry aangespeeld en zag het gat al in de verre hoek: met binnenkant rechts stuurde hij de bal daarheen, langs Kenneth Vermeer. Een opdoffer voor Ajax, dat via Eriksen juist tweemaal gevaar had gesticht voorin.

De Deen fungeerde op papier als diepste speler, maar in praktijk wisselde hij dat af met De Jong en Ryan Babel. Eriksen durfde echter het meest en liet dat twee keer zien met een schot dat naast ging. Na de 0-1 van Nasri had Ajax tijd nodig zich te herpakken en nieuwe moed te verzamelen: echt goede pogingen bleven uit. City wachtte rustig af en pleegde af en toe een uitbraak, maar Micah Richards (schot op handen Vermeer) vond het doel niet. Schoten van Van Rhijn en Lasse Schöne stelden weinig voor.

De poging van De Jong stelde wél veel voor: met de rust in zicht joeg de aanvoerder van Ajax een voorzet van Van Rhijn hard en zuiver in de hoek langs Hart. De Amsterdammers kweekten zelfvertrouwen met die gelijkmaker en kwamen na een kwartier spelen in de tweede helft ook op voorsprong; voor het eerst dit seizoen. Moisander kopt een goed geplaatste hoekschop van Eriksen keurig in de hoek en deed de ArenA van vreugde exploderen. Manchester City moest nu wel meer risico’s nemen in de jacht op de 2-2.

Roberto Mancini wachtte echter met het brengen van een extra spits. Eerst liet hij Aleksandar Kolarov invallen, waar nieuw elan voorin wellicht beter was geweest. Ajax ging onverstoord verder op de ingeslagen weg en kwam zelfs nog ruimer voor, na goed combineren. Eriksen trapte via de voet van Gaël Clichy binnen en zette Ajax in een absolute zetel. Terstond kwam Carlos Tévez erbij namens the Citizens, maar de Argentijn kon het tijd niet doen keren en Edin Dzeko en Mario Balotelli konden dat evenmin. Over twee weken is de return in het Etihad Stadium.