Ajax-sprookje krijgt nieuw hoofdstuk na magische avond in Turijn
Ajax is na 22 jaar weer halve finalist in de Champions League. De Amsterdammers presteerden dinsdagavond het onmogelijk geachte door Juventus uit het miljardenbal te kegelen. Na het gelijkspel (1-1) uit de heenwedstrijd volgde in Turijn een 1-2 overwinning voor de ploeg van trainer Erik ten Hag. Nadat Cristiano Ronaldo Juventus op voorsprong had gekopt, tekende Donny van de Beek nog in de eerste helft voor de gelijkmaker. Ajax speelde een weergaloze tweede helft en ging door een doelpunt van Matthijs de Ligt uiteindelijk met de zege aan de haal.
Ajax ontving op voorhand goed nieuws uit de ziekenboeg, doordat Frenkie de Jong fit genoeg was om te starten. De middenvelder sukkelde de afgelopen dagen met hamstringklachten, maar had de laatste medische tests doorstaan en verscheen zodoende gewoon aan de aftrap. Noussair Mazraoui begon op de linksbackpositie in plaats van de geschorste Nicolás Tagliafico, maar zijn wedstrijd duurde slechts elf minuten. Mazraoui ging al vroeg door zijn enkel na een duel met Paulo Dybala, waarna Ten Hag genoodzaakt was om Daley Sinkgraven als diens vervanger binnen de lijnen te brengen. Het uitvallen van Mazraoui kwam voor Ajax op een vervelend moment, daar Juventus furieus aan de wedstrijd was begonnen. De Italiaanse grootmacht overrompelde Ajax in de openingsfase, zonder overigens tot uitgespeelde kansen te komen.
De eerste goede mogelijkheid van de wedstrijd was na 21 minuten voetballen voor Ajax: Van de Beek schoot na voorbereidend werk van David Neres en Dusan Tadic uit kansrijke positie hoog over. Zeven minuten later was het aan de overkant wel raak: na een hoekschop van Miralem Pjanic trof Ronaldo doel met het hoofd. Arbiter Clément Turpin deed nog wel een beroep op de videoscheidsrechter (VAR) omdat Joël Veltman op de grond was achtergebleven, maar uit de herhaling bleek dat de Ajacied was gevloerd door nota bene teamgenoot De Ligt. De treffer van Ronaldo was een bittere pil voor Ajax, maar de Amsterdammers hadden slechts zes minuten nodig om de stand gelijk te trekken. Een mislukt schot van Hakim Ziyech belandde in het strafschopgebied pardoes voor de voeten van Van de Beek, die razendsnel handelde en Wojciech Szczesny kansloos liet met een schuiver in de verre hoek: 1-1.
Juventus zette in het restant van de eerste helft nog wel aan, maar Ajax verdedigde gegroepeerd en haalde de rust uiteindelijk zonder verdere kleerscheuren. Ajax begon vervolgens sterk aan de tweede helft. Zeven minuten na de onderbreking kreeg de ploeg van Ten Hag een enorme kans op de 1-2. Donny van de Beek speelde Hakim Ziyech vrij in het strafschopgebied van Juventus, maar het schot van de Marokkaans international miste kracht, waardoor Szczesny met één hand kon redden. Ajax greep Juventus bij de strot en was rond het uur opnieuw gevaarlijk: een indraaiende bal van Van de Beek werd ternauwernood door Szczesny onder de lat weggedoken. Even later voorkwam Pjanic met een uiterste krachtsinspanning dat Ziyech kon afmaken na een voorzet van Tadic. Aan de overzijde schoot de in de rust voor Dybala ingevallen Moise Kean hard naast.
De meer dan verdiende 1-2 viel uiteindelijk in minuut 67. De Ligt maakte bij een hoekschop van Schöne in de lucht gehakt van twee verdedigers van Juventus en gaf Szczesny vervolgens het nakijken met het hoofd. Een kwartier voor tijd had Neres de 1-3 op zijn voet, maar hij raakte de bal oog in oog met Szczesny totaal verkeerd. Elf minuten voor tijd schoot Ziyech fraai raak, maar zijn doelpunt werd uiteindelijk afgekeurd vanwege buitenspel. Daardoor mocht Juventus blijven hopen op een resultaat. Negen minuten voor tijd voerde Ten Hag zijn tweede wissel van de avond door: de uitstekend ingevallen Sinkgraven werd naar de kant gehaald ten faveure van Lisandro Magallán. Ajax hield uiteindelijk stand en mag zich zodoende voor het eerst sinds het seizoen 1996/97 melden bij de laatste vier van de Champions League.