voetbalzone

Ajax-nieuwkomer moet lachen om ‘lengtediscussie’: ‘Dat is een mythe’

Robin Bruggeman15 okt 2019, 20:01
Laatst bijgewerkt: 15 okt 2019, 20:01
Advertentie

Ajax betaalde Defensa y Justicia afgelopen zomer zeven miljoen euro voor Lisandro Martínez en hij leek in eerste instantie gehaald te worden om de verdediging te versterken. De 21-jarige Argentijn, die achterin als centrale verdediger en als linksback uit de voeten kan, heeft onder trainer Erik ten Hag nu echter een basisplaats veroverd als controlerende middenvelder en blijft daar, zoals het er nu naar uitziet, de komende tijd ook staan.

Martínez vertelt in gesprek met La Oral Deportivo ook nog steeds in het hart van de verdediging te kunnen spelen, ondanks dat hij met zijn 1,78 meter niet het postuur heeft van de gemiddelde stopper: “Ik moet altijd lachen als ze zeggen dat een centrale verdediger groot moet zijn, omdat ik denk dat het een mythe is. Het kan een pluspunt zijn om 1,90 meter lang te zijn, maar ik denk dat de slimheid van de speler het belangrijkst is.”

“Ik zeg ook altijd dat een speler op elke positie moet kunnen spelen waar de coach hem wil hebben”, gaat hij verder. Martínez veroverde na zijn komst vrijwel meteen een basisplaats en is blij dat hij zo snel heeft kunnen wennen aan zijn nieuwe club: “Godzijdank heb ik me snel aangepast. Er is veel kameraadschap onder de spelers en dat is heel belangrijk voor iemand die nieuw is van niets afweet. De trainer neemt me ook zeer serieus en dat is heel belangrijk. Het is essentieel dat hij goed contact heeft met de individuele spelers, maar ook dat hij de groep als geheel goed laat functioneren.”

Ajax haalde vorig seizoen zonder Martínez de halve finales van de Champions League en de Amsterdammers zijn ook in de huidige voetbaljaargang goed begonnen aan hun avontuur in het miljardenbal. De Argentijn wil echter niet op de zaken vooruitlopen: “Je droomt altijd van het hoogste. We weten dat we een geweldig team hebben, maar we moeten niet verward worden met het elftal van vorig seizoen. We moeten het wedstrijd voor wedstrijd bekijken.”