Ajax moet vrezen voor exodus: ‘Ze kregen drie miljoen en een Ferrari’
Ajax kan woensdagavond als eerste Nederlandse club in 23 jaar groepswinnaar worden in de Champions League. Om dat te bewerkstelligen moeten de Amsterdammers, die al zeker zijn van een plek in de knock-outfase, in de Johan Cruijff ArenA winnen van Bayern München. Tal van buitenlandse clubs volgen de verrichtingen van Ajax en de kans is dan ook groot dat de Amsterdammers over een half jaar diverse spelers zullen moeten uitzwaaien.
Zelfs na de Champions League-winst in 1994/95 wist Ajax het succeselftal grotendeels intact te houden; een groot verschil met nu. Van de basisspelers van destijds koos alleen Clarence Seedorf ervoor om te vertrekken, naar Sampdoria. “Wij konden veel langer aan een elftal sleutelen”, memoreert Gerard van der Lem, destijds assistent-trainer van Louis van Gaal, woensdag in gesprek met De Telegraaf.
“Door het Bosman-arrest trokken de Italianen een jaar later wel ons hele elftal leeg”, wijst Van der Lem op het besluit in december 1995. “Jongens die bij ons voor tweehonderdduizend gulden voetbalden, gingen in de Serie A drie miljoen verdienen, kregen een Ferrari en een huis aan het Comomeer. Daarom vond ik het niet zo gek dat ze na vijftien jaar bij de club te hebben gespeeld weg wilden.”
Van der Lem verwacht dat zijn voormalig pupil en directeur spelersbeleid Marc Overmars een druk 2019 tegemoet zal gaan. Hij looft de oud-voetballer vanwege het aantrekken van Daley Blind en Dusan Tadic én het ertoe verleiden van Hakim Ziyech om nog een jaar te blijven. De kans is echter groot dat Ajax volgend jaar zomer opnieuw moet bouwen. “Het vertrek van Frenkie de Jong, Matthijs de Ligt en Ziyech zal sportief gezien een enorme aderlating zijn. En dan gaan Nicolas Tagliafico, André Onana en David Neres misschien ook nog weg. Hun transfers zijn makkelijker op te vangen, maar al met al zijn het er wel heel veel.”