voetbalzone

Ajax gewaarschuwd: ‘Wij wonnen de bekerfinale ook als underdog’

Thijs18 apr 2021, 13:48
Laatst bijgewerkt: 18 apr 2021, 13:48
Advertentie

Vitesse kan zondag voor de tweede keer in de clubgeschiedenis bekerwinnaar worden, nadat in 2017 de eerste en voorlopig enige hoofdprijs werd gepakt in het 129-jarig bestaan. Eloy Room, Maikel van der Werff, Kevin Diks en Navarone Foor blikken in gesprek met Voetbalzone terug op die onvergetelijke dag en laten ook hun licht schijnen op het naderende treffen met topfavoriet Ajax.

Door Thijs Verhaar

Twee doelpunten van Ricky van Wolfswinkel, Vitesse twee, AZ nul. Iedere fan van de Arnhemmers kan die feiten vier jaar later nog steeds moeiteloos opdreunen en ook doelman Eloy Room krijgt nog geregeld flashbacks naar dat duel. “Helemaal in deze tijd worden we er allemaal weer aan herinnerd, maar het is sowieso waar ik met veel plezier aan terugdenk. Het is simpelweg een van de mooiste momenten uit mijn loopbaan”, stelt de keeper, die het seizoen erna kampioen werd met zijn nieuwe club PSV en afgelopen zomer de Amerikaanse landstitel greep met Columbus Crew. “Je voetbalt uiteindelijk om prijzen te winnen en wij wonnen de allereerste prijs ooit voor Vitesse, dus dat blijven we ons hele leven met ons meedragen.”

De tegenwoordig in Cyprus voetballende middenvelder Navarone Foor weet vier jaar na dato nog precies hoe immens de druk was. In de media werd constant aangehaald dat het ambitieuze Vitesse nooit prijzen won en dat werkte door in de hoofden van de spelers. “We leefden weken naar die finale toe en prentten onszelf in dat we er vooral van moesten genieten, maar dat is best lastig als je weet hoeveel er vanaf hangt. In een voetballeven krijg je meestal niet heel veel kansen op een prijs en de supporters wilden het ook zo graag.” Maikel van der Werff vult aan dat hij nog precies weet dat de hele stad dagen voor aanvang van de finale in De Kuip al geel en zwart kleurde. “Heel Arnhem stond op zijn kop en op weg naar Rotterdam werden we door duizenden fans uitgezwaaid. Dat vond ik zo mooi om te zien. De sfeer van de supporters aan beide kanten maakt uiteindelijk ook zo’n wedstrijd.”

De spanning vergoedde voor de neutrale toeschouwer inderdaad veel, want het niveau van de Arnhemmers was zeker in de eerste helft niet om over naar huis te schrijven. “We begonnen heel slap aan het duel”, geeft Room grif toe. Al na vijf minuten zag hij een vrije trap van Derrick Luckassen op de lat uiteen spatten en ook daarna had AZ lang de overhand. “Ze waren het hele seizoen al iets sterker dan wij en kregen ook in de eerste helft de meeste kansen. Iedereen schaalde hen van tevoren ook wel als de lichte favoriet in, dus heel verrassend was het niet”, meent Van de Werff, die er in aanloop naar de wedstrijd ook constant op hamerde dat Vitesse ook zijn mogelijkheden zou krijgen. “Ik had als een van de weinigen in de selectie al eens een prijs gewonnen (beker van 2014 met PEC Zwolle, red.), dus er werd wel extra naar mij gekeken als er over druk en het aanvangen van zo’n wedstrijd werd gesproken.”

De rechtsback beleefde in dat jaar bij Vitesse naar eigen zeggen het beste seizoen uit zijn loopbaan, maar werd halverwege de jaargang opgeschrikt door een zware knieblessure. “Toen schoot direct door mijn hoofd dat ik het restant van de beker zou missen. We hadden ons toen net geplaatst voor de halve finale tegen Sparta Rotterdam en ik nam veel te veel risico om erbij te kunnen zijn.” Van der Werff haalde dat duel niet en zag hoe Lewis Baker twee goals voor zijn rekening nam en zo de eigen treffer van captain Guram Kashia ongedaan maakte. “Toen sprak ik direct met de medische staf af dat ik alles op alles wilde zetten om de finale mee te kunnen maken en nam toen achteraf gezien ook te veel risico, want ik was door een terugslag nog lang niet fit genoeg”, memoreert hij.

voetbalzone

Hij zat dus naast trainer Henk Fraser op de reservebank en zag hoe zijn ploeg de taken consequent bleef uitvoeren en langzaam maar zeker beter in de wedstrijd kwam. “Dat was ook echt onze kracht”, meent Room. Hij geeft aan dat de ploeg met Nathan, Matt Miazga en Lewis Baker weliswaar veel Chelsea-huurlingen zonder echte clubbinding kende, maar toch een hecht collectief vormde. “De Nederlandse jongens kenden elkaar allemaal al lang en ook de rest werd perfect opgevangen, dus knokte iedereen keihard voor elkaar. We wisten vooral heel goed van elkaar wat we wel en niet konden, dus ik voelde eigenlijk aan alles dat we de wedstrijd over de streep zouden trekken toen we de eerste aanvalsgolf van AZ zonder tegengoal overleefden.” Hetzelfde gevoel had Van der Werff, die aangeeft dat hij het eigenlijk een ‘typische nul-nulwedstrijd’ vond. “Wie de eerste goal zou maken, zou winnen. Ik wist dus zeker dat we hem zouden pakken als Ricky een kans kreeg. Hij was zo goed dat jaar, dat bijna elke bal erin vloog.”

En zo geschiedde. In de 81e minuut zette de spits uit het niets zijn hoofd tegen een voorzet van Milot Rashica en verschalkte daarmee AZ-doelman Tim Krul. “Dat was zo’n lekker moment”, aldus Room. Hij zag hoe de hele ploeg zich samendrong rondom de doelpuntenmaker en vierde in zijn eigen strafschopgebied zijn eigen feestje. “Dat is een beetje het lot van een keeper, haha. Gelukkig had ik al onze fans achter me en natuurlijk wilden zij het feestje meevieren. Ik denk dat zij toen ook wel het geloof kregen dat het goed zou komen en als spelersgroep voelden we allemaal aan dat we het niet meer weg zouden geven”, aldus de sluitpost, die deels bijval krijgt van Foor. “Natuurlijk kwam het toen heel dichtbij, maar ik was toch wel blij toen Ricky ook de 2-0 maakte, haha. Pas toen durfde ik echt uitbundig te juichen.”

voetbalzone

Kevin Diks weet nog exact wat er door zijn hoofd schoot toen hij de voorzet gaf waaruit Van Wolfswinkel de tweede Arnhemse treffer maakte. “Mijn terugkeer is geslaagd, dacht ik toen meteen. Ik kreeg zo’n gelukkig gevoel toen ik mensen op de tribune zag huilen van vreugde. Dat is waar ik in de jeugd al van droomde en nu kwam het uit”, jubelt hij. De rechtsback was een jaar eerder door de Arnhemmers aan het Italiaanse Fiorentina verkocht, maar Vitesse haalde hem in de winterstop op huurbasis terug. “Toen wilde ik mezelf zo hard bewijzen dat ik mezelf aan alle kanten voorbij liep. Ik speelde ook een aantal slechte wedstrijden en baalde van mezelf, maar met die ene voorzet maakte ik alles goed. Over tien jaar heeft niemand het meer over die slechte wedstrijden en dit blijft voor altijd herinnerd. Echt, zo'n bekerfinale is zoiets magisch. Deze week nog keek ik de wedstrijdbeelden weer terug en dan kan ik gewoon weer emotioneel worden.”

Een dag voor de finale was hij juist extreem chagrijnig naar huis gegaan toen hij van Henk Fraser hoorde dat Kelvin Leerdam de voorkeur kreeg op zijn rechtsbackpositie. “Ik dacht echt dat ik een basisplaats zou krijgen, dus je kunt je voorstellen hoe teleurgesteld en boos ik was. Daar heb ik ‘s avonds heel wat uurtjes met mijn zaakwaarnemer over gepraat, die toevallig ook de belangen van Fraser vertegenwoordigde, haha. Ik dacht ‘s nachts dat ik daar later nog wel wat van zou horen, maar uiteindelijk zette ik me omwille van het team over mijn teleurstelling heen en moedigde de jongens net zo hard aan als de rest.” Want dat is het enige wat je kunt doen als wisselspeler, geeft ook Van der Werff aan. “Positief blijven, je ploeggenoten aanmoedigen en bidden dat het de goede kant op valt.”

voetbalzone

Van der Werff rekende er door zijn gebrekkige fitheid niet op dat hij nog speeltijd zou krijgen, maar werd tien minuten voor tijd de dug-out uitgestuurd om warm te lopen. Vanaf de zijlijn zag hij hoe Van Wolfswinkel 2-0 maakte en kreeg toen het seintje van Fraser dat hij in mocht vallen. “Even een paar minuten de boel dichthouden met een extra verdediger. Dat kwam natuurlijk heel goed uit”, lacht hij. En dan op serieuzere toon: “Dat is iets wat Fraser heel goed deed. Hij wist dat ik er alles aan gedaan had om die finale te halen en gunde me dat moment, zoals hij de hele selectie het gevoel gaf dat ze ertoe deden. Zoals Eloy al zei waren we echt een mooi team. Voetballend misschien niet zo sterk als AZ, maar in een bekerwedstrijd kan ook de underdog altijd winnen. Dat is iets waar de jongens van nu zich zondag aan vast kunnen houden.”

Want dat Vitesse tegen Ajax niet de favoriet is, beamen ze alle vier direct. De Amsterdammers hebben meer individuele kwaliteit en zijn op voorhand de te kloppen partij. “Toch is het fifty-fifty”, meent Diks. “In een finale staat er zoveel druk op dat altijd details het verschil maken. Misschien heeft Maarten Stekelenburg wel een heel slechte dag of krijgt Vitesse net even wat mazzeltjes van de scheids. Je weet het niet.” Ook Van der Werff is van mening dat de normale krachtsverschillen niet meer meetellen in een finale. “Met PEC wonnen wij toen ook met 5-1 van Ajax, terwijl niemand dat aan zag komen.” Foor brengt daarnaast in dat de Amsterdammers een veel drukker wedstrijdschema achter de rug hebben, maar wil ook weer niet zo ver gaan dat Vitesse daardoor misschien wel in het voordeel is. “Nee, het is gewoon gelijkwaardig”, knikt ook Room. “Iedereen zal er vol in klappen en uiteindelijk staat de terechte winnaar op. Ik hoop in ieder geval dat ze ons voorbeeld volgen. Dat maakt onze prestatie iets minder uniek, maar de huidige talentvolle ploeg verdient het net zo goed om een prijs te pakken.”