Ajax gewaarschuwd: ‘Hij weet precies waar hij tegenstander pijn kan doen’
Komende dinsdag treft Ajax Standard Luik voor de eerste keer in de derde voorronde van de Champions League. De Belgische club staat onder leiding van Michel Preud'homme. Ajax moet waken voor het tactisch vernuft van de voormalig trainer van FC Twente, zo stellen Wout Brama, Aad de Mos en Alfred Schreuder, assistent van Ajax-trainer Erik ten Hag.
Brama, die bij de Tukkers heeft gewerkt met de oefenmeester, zegt in gesprek met het Algemeen Dagblad dat Preud'homme 'één van de beste trainers' is die hij ooit heeft gehad. "Tactisch is hij heel sterk. Als speler ben je perfect op de wedstrijd voorbereid en weet je waar de zwaktes van de tegenstander liggen. Dat klopte altijd perfect." Preud'homme botste bij Twente af en toe met Theo Janssen. "Die zei gewoon wat hij dacht. Dan moest onze teammanager weer even op hem inpraten dat Nederlanders gewoon zo zijn."
De voormalig doelman maakt ook indruk op De Mos, die als trainer samenwerkte met Preud'homme bij KV Mechelen. "Toen al was hij bezig met de organisatie neerzetten. Dan gaf ik die jongens op zondag vrij, vroeg hij een extra training aan. Hij is van het snelle voetbal. Snel de diepte in, middenveldje overslaan. Overal heeft hij succes", aldus De Mos, die concludeert dat Ajax favoriet is om door te gaan, maar dat Standard niets te verliezen heeft.
Schreuder was assistent van Preud'homme bij Twente en heeft nog altijd contact met de trainer. "Hij heeft me advies over Ruud Vormer gevraagd en hem uiteindelijk naar Club Brugge gehaald", vertelt Schreuder tegenover De Telegraaf. "Hij polst voor belangrijke transfers altijd mensen en dat doet hij niet als hij geen vertrouwen in je heeft. Die band hebben we in één seizoen kunnen opbouwen."
"Michel is analytisch goed. Hij weet precies waar hij een tegenstander pijn kan doen en zo noemde hij het ook altijd letterlijk. Hij wilde de andere ploeg pijn doen", vervolgt Schreuder, die zich de bekerfinale van 2011 tegen Ajax nog goed kan herinneren. "De spelers kwamen de kleedkamer binnen met het gevoel van: we gaan dit gewoon winnen. (...) Michel voelde dat op een gegeven moment zo goed aan dat hij ze ook liet gaan. In De Kuip heeft hij die dag ook weinig gezegd."