‘Achteraf kreeg ik enorm spijt van manier waarop ik bij Ajax ben vertrokken’
Amin Younes beleefde met onder meer het behalen van de Europa League-finale een aantal flinke hoogtepunten bij Ajax. De huidige aanvaller van Napoli maakte het drama rondom Abdelhak Nouri echter ook van dichtbij mee en vertrok na een aanvaring met trainer Erik ten Hag uiteindelijk via de achterdeur uit de Johan Cruijff ArenA. De nu 27-jarige dribbelaar vertelt twee jaar na dato aan VICE Sports dat hij zijn exit bij Ajax beter op een andere manier aan had kunnen pakken.
Younes kreeg het aan de stok met Ten Hag toen hij tijdens een wedstrijd tegen sc Heerenveen, na bijna de gehele tweede helft te hebben warmgelopen, weigerde in de negentigste minuut in te vallen: “Kijk, ik wil geen slecht voorbeeld zijn voor de jeugd. Echt niet. Het is je werk als voetballer en dat moet je dan doen. Je kunt zo’n invalbeurt niet weigeren. Maar ik maakte een emotionele beslissing en weigerde in te vallen. Nogmaals: dat kan je niet doen. Maar als je van voetbal houdt, dan zul je me wel een beetje begrijpen”, zegt hij daar nu over.
Ten Hag legde na afloop van die wedstrijd uit dat hij Younes met een paar speelminuten had willen belonen voor zijn goede invalbeurt van een week eerder. Younes kon zich destijds echter niet vinden in de manier waarop Ten Hag dat aanpakte: “Ik vind ook dat je daarna als trainer tegen een speler in een onderling gesprek gewoon kunt zeggen: ‘Hé, dit was niet top van mij, maar als ik zeg dat je erin gaat, ga je erin.’ Dat heeft hij ook niet gezegd.”
Younes werd daarop teruggezet naar Jong Ajax en speelde geen minuut meer voor de hoofdmacht. In de zomer vertrok hij met een aflopend contract richting Italië: “Achteraf kreeg ik enorm spijt van de manier waarop ik bij Ajax ben vertrokken. Het was geen makkelijke situatie vanwege mijn contract, al die onderhandelingen en onzekerheden. Maar voor mij is het belangrijkste dat mensen moeten weten dat ik altijd alles heb gegeven voor Ajax, omdat ik heel veel van de club hou.”
Younes keek dan ook met trots naar de verrichtingen van de Amsterdammers in de Champions League in het seizoen 2018/19 en voelt zichzelf een ‘echte Ajacied’ en een supporter van de club. Hij hoopt dat de manier waarop hij is vertrokken een toekomstige terugkeer in een andere functie na zijn loopbaan als voetballer niet in de weg zal staan: “Als voetbal alleen maar om gevoel zou gaan, was ik voor altijd bij Ajax gebleven. Dan was ik de Duitse Mister Ajax geworden. Maar Ajax is ook een club die doorverkoopt, waar altijd jeugdspelers klaar staan om je plek over te nemen. Ik ben uiteindelijk op een slechte manier bij Ajax weggegaan, maar ik hoop toch dat mensen goede herinneringen aan mij hebben. Het was de beste tijd van mijn leven.”