AC Milan duwt onthutsend zwak Juventus en Allegri in nog diepere crisis
AC Milan heeft Juventus zaterdagavond in eigen huis op een nederlaag getrakteerd. De ploeg van trainer Stefano Pioli kwam vlak voor rust op voorsprong via een klutsgoal van Fikayo Tomori, waarna Brahim Díaz de eindstand in het tweede bedrijf op 2-0 bepaalde. Door de zege komt Milan op twintig punten en is het in ieder geval tijdelijk gedeeld koploper met Atalanta en Napoli. Juventus blijft steken op een achtste plaats met dertien punten.
AC Milan miste tegen Juventus, net als tijdens het verloren Champions League-duel met Chelsea (3-0), nog steeds een groot aantal sterkhouders. Een opsteker voor Pioli was echter de rentree van Theo Hernández, die direct de aanvoerdersband om zijn arm geschoven kreeg. Ángel Di María was midweeks met drie assists nog de grote man bij Juventus tegen Maccabi Haifa (3-1), maar zat tegen Milan zaterdag zijn laatste duel van een schorsing uit.
Beide ploegen speelden slordig in de openingsfase, waardoor serieus doelgevaar lange tijd uitbleef. Het was de thuisploeg die met twintig minuten op de klok eigenlijk uit het niets de ban dacht te breken. Een hoekschop van Sandro Tonali werd verlengd door Pierre Kalulu, waarna Rafael Leão zonder dat hij het door leek te hebben van dichtbij de buitenkant van de paal trof.
I Rossoneri schreeuwden vervolgens moord en brand toen Dusan Vlahovic een schot van Rafael Leão met zijn arm vlak voor de doellijn leek tegen te houden. Scheidsrechter Daniele Orsato wuifde het moment weg en ook de VAR besloot niet in te grijpen. Het ontbrak Juventus in het San Siro aan offensieve stootkracht, terwijl trainer Massimiliano Allegri moest toezien hoe Leão met een afstandsschot op de paal andermaal een waarschuwing afgaf. Op slag van rust was daar toch de voorsprong voor de thuisploeg, nadat een hoekschop voor de voeten viel van Tomori. De centrumverdediger dacht niet na en joeg de bal van dichtbij tegen de touwen: 1-0.
Het spitsenduo Dusan Vlahovic en Arkadiusz Milik zat ook in het tweede bedrijf in de tang bij Tomori en Matteo Gabbia. Vlahovic kwam vlak na rust eindelijk in het spelbeeld voor, echter eiste hij een negatieve hoofdrol op door een simpele breedtebal zo in te leveren bij Díaz. De aanvallende middenvelder liet Leonardo Bonucci zijn hielen zien en gaf Wojciech Szczesny na een vrije doortocht vervolgens het nakijken: 2-0. Milan consolideerde in het restant van het duel de voorsprong. Divock Origi kreeg als invaller in blessuretijd nog de uitgelezen kans om de score verder op te voeren, maar schoot wild op Szczesny.