Aanslag leidt tot meningsverschil en vertrek: ‘Ik zat in de bus en hij niet'
Op 11 april 2017 ontplofte er een bom bij de bus van Borussia Dortmund toen die op weg was naar het stadion voor een Champions League-wedstrijd tegen AS Monaco. Sergej W. heeft reeds schuld bekend. Thomas Tuchel, destijds trainer van de Duitse topclub, geeft maandag in de rechtbank aan dat hij nog steeds eindverantwoordelijke zou zijn bij BVB als W. de aanslag niet had gepleegd.
Op de vraag van de aanklager of Tuchel zonder de aanslag ook na afgelopen zomer trainer van Dortmund zou zijn geweest, antwoordt de Duitser: "Ja, daar ga ik vanuit! De omgang met de aanslag en de gevolgen daarvan hebben een grote meningsverschil teweeggebracht tussen mij en Hans-Joachim Watzke (algemeen directeur, red.). De afwijkende mening is dat ik in de bus zat en hij niet", citeert BILD.
“Ik schaar mij honderd procent achter de meningen van mijn voormalig spelers dat we daarna niet hadden moeten spelen.” Marcel Schmelzer kan zich het moment van de explosie nog goed voor de geest halen: “Er was een luide knal, er heerste paniek in de bus. De spelers lagen op het gangpad. Ik was extreem geschrokken. Toen hoorden we gegil van Marc Bartra en zagen dat hij bloedde. Men heeft de angst in de ogen gezien.”
Roman Weidenfeller zegt dat hij net als veel andere spelers nog professionele hulp krijgt: "De bus was altijd een toevluchtsoord voor de spelers en moet eigenlijk veilig zijn. Ik had een piep in mijn oren na de ontploffing. We realiseerden ons meteen dat het geen vuurpijl was. We kregen behandelingen aangeboden. Ik heb psychologische hulp ontvangen en heb het nog niet voltooid."